Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: dwaling


HR 11 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3765 (Vano/FBS)

De vernietiging van een overeenkomst wegens dwaling treft in beginsel ook de daarin opgenomen garanties, zodat dan geen sprake meer is van een tekortkoming in de nakoming daarvan. De enkele omstandigheid dat een partij – de vernietiging weggedacht – is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst, rechtvaardigt niet de verwijzing van partijen naar de schadestaatprocedure. Voor schadeplichtigheid jegens de dwalende is een specifieke rechtsgrond vereist. (meer…)

HR 12 april 2013, LJN BY8732

Wanneer een koopovereenkomst op grond van dwaling wordt vernietigd en het gekochte niet meer kan worden teruggegeven, geldt dat voor de hoogte van de schadevergoeding wordt uitgegaan van de waarde van het gekochte op het moment van de vernietiging van de overeenkomst en niet het moment van het sluiten van de overeenkomst. Dat kan tot gevolg hebben dat het gekochte, vanwege gedane reparaties na de koop maar vóór de vernietiging van de overeenkomst, meer waard is dan toen het werd gekocht. (meer…)

HR 1 februari 2013, LJN BY3129

Ook bij een vaststellingsovereenkomst is een geslaagd beroep op dwaling mogelijk, in het bijzonder als sprake is van onjuiste inlichtingen of schending van een spreekplicht van de wederpartij. Aan een succesvol beroep op dwaling staat niet in de weg dat de onjuiste inlichting niet rechtstreeks aan de dwalende partij is verstrekt of niet specifiek is verstrekt in verband met de overeenkomst ten aanzien waarvan het beroep op dwaling is gedaan. (meer…)

HR 25 januari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BV6689 en ECLI:NL:HR:2013:BY3126

Op een verdeling ter uitvoering van een in huwelijkse voorwaarden opgenomen periodiek en finaal verrekenbeding, overeengekomen in een vóór 1 september 2002 gesloten echtscheidingsconvenant, is het wettelijk bewijsvermoeden van art. 3:196 BW niet (analoog) van toepassing. Het verzuim terzake de nakoming van een dergelijke verdeling treedt op de voet van art. 6:83 aanhef en onder a BW, aanstonds en zonder ingebrekestelling in op het moment waarop de vordering uit hoofde van het finale verrekenbeding volgens de tussen partijen geldende huwelijkse voorwaarden opeisbaar wordt. (meer…)

HR 30 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV3103

Bij echtscheiding gesloten overeenkomst over verrekening vermogen is niet vernietigbaar op de voet van art. 6:229 BW. De wettelijke regeling verrekenbedingen ex art. 1:132 e.v. BW is ook van toepassing indien in de huwelijkse voorwaarden niet, maar in een later tussen echtgenoten gesloten overeenkomst wel wordt voorzien in verrekening van vermogen. Uitsluiting in art. 3:199 BW van (dwalings)regeling ex art. 6:228230 BW is niet beperkt tot dwaling over de waarde van vermogensbestanddelen. (meer…)

Cassatieblog.nl