Alle berichten met de tag: EVRM art. 6


HR 25 november 2022, ECLI:NL:HR:2022:1738

Ook een partij die na een tussenuitspraak een wrakingsverzoek heeft gedaan waarin is berust heeft de mogelijkheid om in hogere instantie aan te voeren dat de aangevochten rechtelijke beslissing niet in stand kan blijven, omdat wegens het ontbreken van onpartijdigheid van de rechter geen sprake is van een eerlijke procedure. (meer…)

Cassatieblog HR 1 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:981 (Kennemerland Beheer B.V. / Gemeente Haarlemmermeer)

(i) De aard van de onteigeningsprocedure verzet zich niet tegen een vordering op basis van art. 843a Rv. Er bestaat daarnaast geen plicht voor de onteigenaar om in alle onteigeningszaken het gehele Kroondossier te overleggen.

(ii) Bij een beroep op zelfrealisatie dient de rechtbank de noodzaak tot onteigening marginaal te toetsen. De Hoge Raad houdt vast aan zijn eerder gegeven uitgangspunten  (meer…)

HR 22 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:628 (X / Stichting Het Utrechts Landschap)

(i) Een digitale zitting is niet naar zijn aard niet openbaar. Het beperken van de openbaarheid van een zitting – door slechts enkele mensen digitaal toe te laten – is niet in strijd met art. 6 EVRM en art. 121 van de Grondwet.
(ii) Het vergoedingsrecht voor erfpachtafhankelijke opstalrechten op grond van art. 5:105 lid 3 BW in samenhang met art. 5:99 BW geldt ook voor afhankelijke opstalrechten die vóór 1 januari 1992 bestonden.  (meer…)

HR 31 januari 2020, ECLI:NL:HR:2020:155

Een rechterlijke beslissing kan als zodanig geen grond vormen voor wraking. Dat geldt zowel voor beslissingen in de hoofdzaak als voor daarmee verband houdende beslissingen van andere aard. Een wrakingsverzoek kan daarom niet met succes worden gedaan op de grond dat een door die rechter nog te nemen beslissing een bepaalde inhoud heeft. Een wrakingsverzoek kan wel afhankelijk worden gesteld van een afwijzende beslissing op een ander verzoek, als dat wrakingsverzoek zelf op een andere grond berust dan op de inhoud van de nog te nemen beslissing op dat andere verzoek. (meer…)

6 december 2019 ECLI:NL:HR:2019:1908

 Het voor accountants wettelijk verplichte lidmaatschap van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) is niet in strijd met art. 11 EVRM, omdat de NBA als een publiekrechtelijke vereniging moet worden aangemerkt en geen vereniging is in de zin van die bepaling. Taak advocaat na verzoek om spreektijdverlenging pleidooi ex art. 4.4 Procesreglement gerechtshoven. (meer…)

Cassatieblog.nl