Alle berichten met de tag: verjaring


Hoge Raad 27 september 2024 ECLI:NL:HR:2024:1311

Het is vaste rechtspraak dat het instellen van een vordering in een collectieve actie ook de verjaring stuit van de individuele vorderingen van degenen wier belangen met de collectieve actie worden behartigd (HR 28 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:766). In dit arrest maakt de Hoge Raad duidelijk welke verjaringstermijn geldt, als zo’n individuele vordering wordt ingesteld na afloop van de collectieve procedure. Hidde Volberda bespreekt het arrest.

 

 

Cassatievlog #106 is ook in podcast vorm beschikbaar. Beluister de podcast via uw favoriete podcastkanaal.

HR 5 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1027

Dit arrest van de Hoge Raad gaat over geldleningen die zijn aangegaan door de ene echtgenoot. Is de andere echtgenoot daarvoor hoofdelijk aansprakelijk? En welke verjaringstermijn is van toepassing op vorderingen tegen die echtgenoot? (meer…)

HR 12 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:19

De aanvang van de korte verjaringstermijn van art. 3:310 lid 1 BW vereist daadwerkelijke bekendheid met de schade en de aansprakelijke persoon. Bij de beoordeling of de benadeelde daadwerkelijk bekend was met het tekortschietend of foutief handelen van de aansprakelijke persoon dient de rechter te betrekken of de benadeelde over de kennis en het inzicht beschikte om de deugdelijkheid van het handelen te kunnen beoordelen. (meer…)

HR 12 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:18

(i) Om de aanvang van de verjaringstermijn van art. 3:310 lid 1 BW vast te stellen, moet de rechter beoordelen of de benadeelde daadwerkelijk bekend is met de feiten en omstandigheden die betrekking hebben op (i) de schade – dus dat nadeel wordt geleden als gevolg van tekortschietend of foutief handelen van een derde – en (ii) de aansprakelijke persoon. Bij de beoordeling of de benadeelde daadwerkelijk bekend was met het tekortschietend of foutief handelen van de aansprakelijke persoon dient de rechter te betrekken of de benadeelde over de kennis en het inzicht beschikte om de deugdelijkheid van het handelen te kunnen beoordelen;
(ii) Het is niet zo dat bij een schending van een zorgplicht door een bank van daadwerkelijke bekendheid van de cliënt met de schade en de aansprakelijke persoon pas sprake kan zijn als de cliënt op de hoogte is van de inhoud van de zorgplicht; (meer…)

HR 12 januari 2024 (kredietnemers / Deutsche Bank) ECLI:NL:HR:2024:18 en ECLI:NL:HR:2024:19 

De Hoge Raad laat zich in twee arresten uit over de verjaring van zorgplichtschendingen. De rechter moet ook vaststellen wanneer de benadeelde voldoende zekerheid had dat zijn schade het gevolg is van foutief handelen van de aansprakelijke partij. In drie minuten bespreekt Matthijs Bakker deze arresten.

Cassatievlog #083 is ook als podcast beschikbaar.

Cassatieblog.nl