HR 9 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:208 (Rookie B.V. / ABC Hekwerk Participaties B.V.)
Als een overeenkomst van koop van aandelen wordt vernietigd wegens een wilsgebrek, brengt de enkele omstandigheid dat de verkoper de aandelen al heeft overgedragen aan de koper, nog niet mee dat de gevolgen van de overeenkomst bezwaarlijk ongedaan kunnen worden gemaakt als bedoeld in art. 3:53 lid 2 BW. Evenmin is het enkele feit dat een partij wordt benadeeld door de vernietiging voldoende grond om art. 3:53 lid 2 BW toe te passen.
Achtergrond: toepassing art. 3:53 lid 2 BW door hof
ABC Hekwerk Participatie B.V. (hierna: ABC Hekwerk) heeft aandelen in Promis Security Systems B.V. verkocht aan Rookie B.V. (hierna: Rookie). Rookie heeft de koopovereenkomst op grond van dwaling vernietigd vanwege onjuiste inlichtingen van ABC Hekwerk en haar bestuurder. Rookie vordert onder meer terugbetaling van de koopprijs.
Het hof heeft ABC Hekwerk veroordeeld tot terugbetaling van de koopprijs. Het hof laat evenwel 25% van een gedeelte van de koopprijs voor rekening van Rookie op grond van art. 3:53 lid 2 BW. Het feit dat de aandelen al waren overgedragen en de verkopers zouden worden benadeeld door het terugdraaien daarvan, maakt dat de gevolgen van de overeenkomst van de koop van de aandelen bezwaarlijk ongedaan kunnen worden gemaakt, aldus het hof heel kort samengevat.
Hoge Raad vernietigt
Rookie stelt cassatieberoep in tegen het oordeel van het hof. Haar eerste klacht luidt dat het oordeel van het hof, dat de aandelenoverdracht bezwaarlijk ongedaan kan worden gemaakt, onjuist of onbegrijpelijk is.
De Hoge Raad vindt die klacht gegrond (rov. 3.2). Indien als gevolg van de vernietiging van een overeenkomst van koop van aandelen de titel aan de overdracht komt te ontvallen, hebben die aandelen het vermogen van de verkoper niet verlaten. De rechter kan in zo’n geval op grond van art. 3:53 lid 2, eerste zinsnede, BW desgevraagd aan de vernietiging geheel of ten dele haar werking ontzeggen, als de reeds ingetreden gevolgen van de overeenkomst van koop van aandelen bezwaarlijk ongedaan gemaakt kunnen worden. De enkele omstandigheid dat de aandelen zijn overgedragen, brengt nog niet de hiervoor bedoelde bezwaarlijkheid mee, zo overweegt de Hoge Raad.
De tweede cassatieklacht van Rookie luidt dat het oordeel van het hof, dat benadeling aan de zijde van ABC Hekwerk en haar bestuurder een grond kan zijn voor een geslaagd beroep op art. 3:53 lid 2 BW, eveneens onjuist of onbegrijpelijk is.
Ook die klacht is volgens de Hoge Raad terecht voorgesteld. Als de rechter de vernietiging van een rechtshandeling deels haar werking ontzegt en een partij daardoor onbillijk wordt bevoordeeld, voorziet de laatste zinsnede van art. 3:53 lid 2 BW in de mogelijkheid om een vergoeding toe te kennen aan de andere partij. De Hoge Raad overweegt dat het hof een zodanige bevoordeling van Rookie niet (kenbaar) aan zijn oordeel ten grondslag heeft gelegd. Daarom heeft het hof hetzij blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting, hetzij zijn oordeel ontoereikend gemotiveerd, aldus de Hoge Raad.
De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak naar het hof Arnhem-Leeuwarden. Deze beslissing is conform de lezenswaardige conclusie van A-G Hartlief, met dien verstande dat de A-G de Hoge Raad in overweging had gegeven om de zaak zelf af te doen.