Selecteer een pagina

Dossier: Verzekeringsrecht


HR 16 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:258

Er is geen reden om bedingen die de verzekeraar inroept om uitkering geheel of ten dele te weigeren, op voorhand te onderscheiden in bedingen waarbij een beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid niet kan slagen (dat was bij primaire dekkingsomschrijvingen zo) en bedingen waarbij dat onder omstandigheden wel kan (dat was bij preventiegarantievoorwaarden het geval). De Hoge Raad laat dit onderscheid los. Bij beantwoording van de vraag of een beroep op een beding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, hoeft bij verzekeringsovereenkomsten geen andere benadering te worden gevolgd dan bij andere overeenkomsten. (meer…)

HR 16 februari 2024 ECLI:NL:HR:2024:258

De Hoge Raad heeft afgelopen vrijdag een belangrijke uitspraak gewezen voor het verzekeringsrecht. De verzekerde kan voor ieder dekkingsbepalend beding uit de verzekeringspolis een beroep doen op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid. Het onderscheid tussen bedingen die de primaire omschrijving van de dekking inhouden (‘primaire dekkingsomschrijving’) en bedingen die een voorwaarde bevatten waaronder de dekking vervalt (‘preventieve garantievoorwaarden’) – een onderscheid dat voorheen bepalend was voor de ruimte voor toepassing van de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid – wordt losgelaten.

Berend-Bram Heinen bespreekt dit arrest in drie minuten.

Cassatievlog #088 is ook als podcast beschikbaar.

Hoge Raad 1 december 2023, ECLI:NL:HR:2023:1670 & ECLI:NL:HR:2023:1682

Ruben de Graaff bespreekt twee uitspraken van de Hoge Raad die relevant zijn voor de afwikkeling van medische aansprakelijkheidsclaims. De uitspraken gaan over de vraag wie welke gegevens mag raadplegen en onder welke voorwaarden. Heeft de patiënt recht op inzage in het advies van de medisch adviseur aan het ziekenhuis? Mag de jurist van het ziekenhuis het medisch dossier van de patiënt inzien?

Cassatievlog #079 is ook als podcast beschikbaar.

HR 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1050 

De vervaltermijn van twee maanden van art. 7:929 lid 1 BW gaat pas lopen als de verzekeraar voldoende zekerheid heeft verkregen dat de verzekeringnemer diens mededelingsplicht niet is nagekomen. Wanneer de verzekeraar voldoende zekerheid heeft over een schending, of hij onderzoek moet doen naar een mogelijke schending, hangt af van de omstandigheden van het geval. (meer…)

HR 9 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1789

(i) Het hinderpaalcriterium ligt nog steeds besloten in art. 13 lid 1 Zvw; (ii) Het criterium is niet in strijd met Richtlijn Solvabiliteit II; (iii) Zorgverzekeraars mogen hun gewogen gemiddeld gecontracteerde tarief als uitgangspunt nemen voor de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg. Zij zijn niet gehouden om het feitelijk gehanteerde tarief als uitgangspunt te hanteren; (iv) Zorgverzekeraars mogen als uitgangspunt een generiek kortingspercentage toepassen op het uitgangstarief voor de vergoeding. Na toepassing van een dergelijke korting kan de vergoeding voor de modale zorggebruiker evenwel in voorkomende gevallen een feitelijke hinderpaal opleveren. Of dit zo is, moet worden beoordeeld aan de hand van concrete feiten en omstandigheden, waaronder met name de hoogte van de kosten van de desbetreffende zorgvorm; (v) De vraag of sprake is van een feitelijke hinderpaal doet zich voor op het moment dat de verzekerde voor de keuze staat of hij gebruik wil maken van een niet-gecontracteerde zorgaanbieder. Als op dat moment duidelijk is dat de verzekerde een beroep kan doen op een hardheidsclausule en/of de zorgaanbieder de kosten (deels) voor zijn rekening neemt, moeten die omstandigheden worden betrokken bij de beoordeling of sprake is van een hinderpaal.  (meer…)

Cassatieblog.nl