Een ‘8 EVRM-verweer’ vereist gedetailleerd rechterlijk onderzoek
HR 12 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:25 (Woonwagenbewoner/Gemeente Haarlem)
De ontruiming van een woning – of, zoals hier, een woonwagenstandplaats – vormt een (soms te rechtvaardigen) inmenging op het recht op eerbiediging van de woning (art. 8 EVRM). Wanneer dit grondrecht als verweer opgeworpen wordt, moet de rechter dat verweer gedetailleerd onderzoeken en zijn beslissing daaromtrent afdoende motiveren. (meer…)
Veroordeling tot betaling van griffierecht in incidenteel hoger beroep?
HR 22 december 2023, ECLI:NL:HR:2023:1810
Het instellen van incidenteel hoger beroep is een processuele handeling waarvoor geen griffierecht is verschuldigd. Dat brengt echter niet mee dat de gevolgen van deze processuele handeling voor het griffierecht dat partijen in de zaak verschuldigd zijn, niet in het incidentele beroep voor rekening van de geïntimeerde kunnen worden gebracht. (meer…)
De verjaringstermijn van renteswapvorderingen en de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid bij schikkingsbepalingen
HR 12 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:19
De aanvang van de korte verjaringstermijn van art. 3:310 lid 1 BW vereist daadwerkelijke bekendheid met de schade en de aansprakelijke persoon. Bij de beoordeling of de benadeelde daadwerkelijk bekend was met het tekortschietend of foutief handelen van de aansprakelijke persoon dient de rechter te betrekken of de benadeelde over de kennis en het inzicht beschikte om de deugdelijkheid van het handelen te kunnen beoordelen. (meer…)
Niet ontvankelijkheid bij het instellen van beroep tegen een partij die geen medegedaagde was
HR 22 december 2023, ECLI:NL:HR:2023:1805
Een partij die in eerste aanleg in het ongelijk wordt gesteld, kan alleen hoger beroep instellen tegen haar wederpartij in die instantie en niet tegen een medegedaagde. (meer…)
Wanneer begint de verjaringstermijn van renteswapvorderingen?
HR 12 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:18
(i) Om de aanvang van de verjaringstermijn van art. 3:310 lid 1 BW vast te stellen, moet de rechter beoordelen of de benadeelde daadwerkelijk bekend is met de feiten en omstandigheden die betrekking hebben op (i) de schade – dus dat nadeel wordt geleden als gevolg van tekortschietend of foutief handelen van een derde – en (ii) de aansprakelijke persoon. Bij de beoordeling of de benadeelde daadwerkelijk bekend was met het tekortschietend of foutief handelen van de aansprakelijke persoon dient de rechter te betrekken of de benadeelde over de kennis en het inzicht beschikte om de deugdelijkheid van het handelen te kunnen beoordelen;
(ii) Het is niet zo dat bij een schending van een zorgplicht door een bank van daadwerkelijke bekendheid van de cliënt met de schade en de aansprakelijke persoon pas sprake kan zijn als de cliënt op de hoogte is van de inhoud van de zorgplicht; (meer…)
Recente berichten
- Tweestappenbenadering bij octrooiuitleg is niet strijdig met (Protocol bij) EOV
- Cassatievlog #097 | Geen klachtplicht bij interne bestuurdersaansprakelijkheid
- Is een werkgever(sorganisatie) gehouden tot cao-onderhandelingen met een vakbond?
- Kan een houder van certificaten van aandelen die is onderworpen aan sancties vergader- en stemrechten uitoefenen?
- Aansprakelijkheid van een ouder in hoedanigheid van curator voor een mishandeling door haar kind
- Tekortschietende motivering persoonlijke aansprakelijkheid architect
- Meerekenen inkomsten uit zwart werk bij begroten schade door verlies arbeidsvermogen
- Cassatievlog #096 | Begroting van schade: doen inkomsten uit zwart werk mee?
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (12)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (321)
- Arbeidsrecht (217)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (64)
- Erfrecht (36)
- Europees recht (84)
- Financieel recht (50)
- Goederenrecht (89)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (59)
- Huurrecht (75)
- Huwelijksvermogensrecht (67)
- Insolventierecht (197)
- Intellectuele-eigendomsrecht (113)
- Internationaal privaatrecht (78)
- Internationaal publiekrecht (24)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (102)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (174)
- Pensioenrecht (21)
- Personen- en familierecht (199)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (25)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (131)
- Privacy -AVG (3)
- Proces- en beslagrecht (810)
- Strafrecht (3)
- Verbintenissenrecht (279)
- Vermogensrecht algemeen (82)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (73)
- Wetgeving cassatierechtspraak (13)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (113)