Alle berichten van: Femke Ruitenbeek-Bart


HR 3 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:823 (Eiser / Centre Hotel)

Rechterlijke goedkeuring voor een van de wettelijke huurrechtbepalingen afwijkend beding (art. 7:291 BW) kan ook nog worden verkregen nadat het beding (in of buiten rechte) is vernietigd. Door goedkeuring wordt het vernietigde beding alsnog rechtsgeldig. De maatstaf ter goedkeuring waarborgt de rechtsbescherming van de huurder, aangezien goedkeuring slechts wordt verleend als het afwijkend beding diens rechten niet wezenlijk aantast, of de huurder – gelet op diens maatschappelijke positie – deze rechtsbescherming in redelijkheid niet behoeft. (meer…)

2014

Het jaarverslag van de Hoge Raad over 2014 is gepubliceerd. De Hoge Raad merkt op dat het erop lijkt dat de Wet versterking cassatierechtspraak zijn vruchten begint af te werpen; de Hoge Raad kan zich steeds meer concentreren op ‘zaken die ertoe doen’. Met een selectie van vijf zaken van de Civiele Kamer blikt de Hoge Raad terug op 2014. Ook wordt vooruitgekeken naar de digitalisering van de cassatieprocedure in het kader van het KEI-programma.  (meer…)

HR 13 maart 2015, ECLI:NL:2015:600 (ABN AMRO / Rabobank c.s.)

Gelet op de aard en functie van een abstracte bankgarantie in het handelsverkeer is strikte toepassing van de daarin gestelde voorwaarden geboden. Dit is anders indien sprake is van bedrog of willekeur aan de zijde van de begunstigde of van degene die opdracht gaf voor het stellen van de garantie. De zekerheidsfunctie van de bankgarantie vereist dat de bank haar beroep op bedrog of willekeur onverwijld tegenwerpt, met opgave van redenen die dit beroep kunnen dragen. (meer…)

HR 13 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:589

Antwoord op prejudiciële vraag. Een verzoek tot omzetting van een faillissement in een schuldsaneringsregeling (art. 15b Fw) dient vergezeld te gaan van stukken waaruit blijkt dat een buitengerechtelijk schuldeisersakkoord is beproefd (art. 285 lid 1, aanhef en onder f, Fw). Aan deze eis kan worden voldaan met een verklaring van de curator (dat deze heeft onderzocht) dat er geen reële mogelijkheden zijn voor een buitengerechtelijke regeling. De herstelmogelijkheid van art. 287 lid 2 Fw is ook van toepassing op omzettingsverzoeken. (meer…)

HR 6 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:520

Bij het niet-opleggen van een terugbetalingsverplichting van teveel betaalde alimentatie kon de rechter niet volstaan met de motivering dat dergelijke uitkeringen maandelijks plegen te worden verbruikt, nu de betreffende alimentatietermijnen achteraf waren betaald, na en naar aanleiding van een beschikking waarbij de alimentatie met terugwerkende kracht op nihil gesteld was. (meer…)

Cassatieblog.nl