HR 3 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:150
Op de verjaring van een rechtsvordering tot vernietiging ex art. 3:34 lid 2 BW is art. 3:52 lid 1 aanhef en onder d BW van toepassing. De term ‘onbekwaamheid’ in art. 3:52 lid 1, aanhef en onder a, BW ziet uitsluitend op de gevallen van art 1:234 lid 1 BW en art. 1:382 lid 2 BW, waar de wet bepaalt dat een persoon niet bekwaam is tot het verrichten van rechtshandelingen als bedoeld in art. 3:32 BW. (meer…)