Dossier: Aansprakelijkheid en schadevergoeding


HR 3 mei 2013, LJN BZ2864, BZ3865, BZ2867, BZ2868

De Hoge Raad doet uitspraak in vier van de eerder aangehouden zaken over compensatie van reizigers bij vertraagde vluchten. De klacht dat de kantonrechter prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU had moeten stellen strandt op gebrek aan belang, nu het HvJ EU inmiddels uitspraak heeft gedaan in andere zaken, waarin wel prejudiciële vragen waren gesteld. In drie van de vier zaken volgt desalniettemin vernietiging omdat essentiële stellingen onbesproken zijn gelaten, resp. de kantonrechter ongemotiveerd voorbijging aan een verzoek om pleidooi. (meer…)

HR 12 april 2013, LJN BY8732

Wanneer een koopovereenkomst op grond van dwaling wordt vernietigd en het gekochte niet meer kan worden teruggegeven, geldt dat voor de hoogte van de schadevergoeding wordt uitgegaan van de waarde van het gekochte op het moment van de vernietiging van de overeenkomst en niet het moment van het sluiten van de overeenkomst. Dat kan tot gevolg hebben dat het gekochte, vanwege gedane reparaties na de koop maar vóór de vernietiging van de overeenkomst, meer waard is dan toen het werd gekocht. (meer…)

HR 12 april 2013, LJN BY8728

De opdrachtgever die een aannemingsovereenkomst heeft opgezegd, en die op grond van art. 7:764 lid 2 BW in beginsel de volledige aanneemsom dient te betalen, heeft de stelplicht en bewijslast van het bestaan en de omvang van eventueel door de aannemer genoten besparingen, die in mindering op de verschuldigde aanneemsom moeten worden gebracht. Op de aannemer rust echter een belangrijke mededelingsplicht ten aanzien van (bestaan en omvang van) dergelijke besparingen. (meer…)

HR 12 april 2013, LJN BY8651 (Eisers/Rabobank Hilvarenbeek-Oisterwijk)

De zorgplicht van de schuldeiser jegens de borg strekt zich in beginsel niet uit tot de echtgenoot die op grond van art. 1:88 BW toestemming dient te geven voor de borgtocht. De omstandigheden van het geval kunnen echter meebrengen dat, los van de vraag of echtelijke toestemming is vereist, op een bank uit hoofde van haar bijzondere zorgplicht jegens de echtgenoot als klant een waarschuwingsplicht komt te rusten omtrent de aan de borgstelling verbonden risico’s. (meer…)

HR 5 april 2013, LJN BY9086 (Multiquest/Fricorp)

De enkele omstandigheid dat slechts een klein gedeelte van de vordering is toegewezen, brengt niet mee dat alle gevorderde kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte van ook dit laatstgenoemde bedrag, niet redelijk zijn geweest in de zin van art. 6:96 lid 2, aanhef en onder c, BW. (meer…)

HR 22 maart 2013, LJN BY6759

De omstandigheid dat tussen partijen geen contractuele adviesrelatie (meer) bestond, laat onverlet dat verweerder, die door eiseres was benaderd met het verzoek haar te adviseren over een belegging, een zorgplicht had eiseres duidelijk te wijzen op de daaraan verbonden risico’s. (meer…)

Cassatieblog.nl