Dossier: Aansprakelijkheid en schadevergoeding


HR 24 juni 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ2312

Voor het bekend zijn van de schade – en dus het gaan lopen van de verjaringstermijn van art. 3:310 lid 1 BW – is niet vereist dat de precieze omvang van de schade vaststaat. Voldoende is dat de mogelijkheid van schade is komen vast te staan. (meer…)

HR 24 juni 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP9897

Ook in gevallen waarin het gaat om veiligheidsvoorzieningen die de werknemer zelf moet toepassen, kan de werkgever aan aansprakelijkheid op de voet van art. 7:658 BW ontkomen door aan te tonen dat hij de veiligheidsmaatregelen heeft genomen en de veiligheidsinstructies heeft gegeven die van hem gevergd konden worden. (meer…)

HR 17 juni 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ2302.

De immuniteit van bewindspersonen en volksvertegenwoordigers voor uitlatingen gedaan tijdens vergaderingen in het parlement, is niet beperkt tot immuniteit voor uitlatingen die verband houden met het onderwerp dat in het parlement werd behandeld. (meer…)

HR 10 juni 2011, LJN ECLI:HR:NL:2011:BP9867.

Op de berekening van de wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten die na 1 januari 1992, maar zien op schade ten gevolge van een verkeersongeval van vóór 1 januari 1992, is het oude recht, en dus niet art. 6:119 BW, van toepassing. (meer…)

HR 10 juni 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP8788

De werknemer die schade heeft opgelopen in de uitoefening van zijn werkzaamheden, hoeft bij een vordering gebaseerd op art. 7:658 BW niet te specificeren welke norm zijn werkgever precies heeft geschonden of welke concrete veiligheidsmaatregel(en) de werkgever heeft nagelaten te treffen. Hetzelfde geldt wanneer de zorg voor de veiligheid van zijn werknemer heeft overgelaten aan hulppersonen. (meer…)

HR 29 april 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP4012

In zijn arrest van 29 april jl. heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over de schadeberekening bij effectenleasezaken. Uit dit arrest volgt dat de rechter mag uitgaan van een algemene formule ter beoordeling van de vraag of sprake is van een onaanvaardbaar zware financiële last , mits die formule voldoende ruimte geeft voor het meewegen van individuele omstandigheden van de afnemer. Ook moet rekening worden gehouden met de financiële positie van de partner van de afnemer. Verder mag de rechter – via de band van voordeelstoerekening – rekening houden met winsten die behaald zijn uit eerdere effectenleaseovereenkomsten.

(meer…)

Cassatieblog.nl