HR 1 juni 2012, RCLI:NL:HR:2012:BV7347
De rechter is op grond van art. 7:680a BW slechts bevoegd een vordering tot doorbetaling van loon die gegrond is op de vernietigbaarheid van de arbeidsovereenkomst te matigen, indien toewijzing in de gegeven omstandigheden tot onaanvaardbare gevolgen zou leiden. De rechter moet in zijn motivering laten blijken dat hij daadwerkelijk deze terughoudendheid in acht heeft genomen. In dit geval, waarin de werkgever pas twintig maanden nadat de werknemer de vernietigbaarheid van het ontslag had ingeroepen ontbinding van de arbeidsovereenkomst had verzocht, heeft het hof onvoldoende duidelijk gemaakt waarom toewijzing van de loonvordering tot onaanvaardbare gevolgen zou leiden. (meer…)