Selecteer een pagina

Dossier: Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES)


HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2009

Een eiswijziging in hoger beroep hoeft volgens het Curaçaose procesrecht niet te worden getoetst aan de tweeconclusieregel. Of een eiswijziging in hoger beroep volgens het Curaçaose procesrecht is toegestaan, moet worden getoetst aan de eisen van een goede procesorde en de (overige) daarvoor geldende wettelijke bepalingen. (meer…)

HR 22 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1834

Aan de in art. I.3 en I.16 lid 1 van de Staatsregeling van Aruba opgenomen grondrechten komt als zodanig geen directe werking toe in verhoudingen tussen burgers onderling. Beperkingen van de uitoefening van deze grondrechten kunnen daarom in beginsel door partijen worden overeengekomen. De door partijen gesloten overeenkomst waarin de werknemer aan de werkgever toestemming geeft voor het uitvoeren van alcohol- en drugstesten, is dan ook verenigbaar met deze grondrechten. (meer…)

Het overzicht van prejudiciële zaken vermeldt weer een aantal nieuwe civiele zaken waarin op grond van art. 392 Rv prejudiciële vragen aan de Hoge Raad zijn gesteld. De vragen zien op (1) ) overdracht van vorderingen door banken aan niet-bancaire kredietopkopers, (2) aansprakelijkheid ziekenhuis voor schade als gevolg van inbrengen gebrekkig PIP-implantaat (3) IPR van Curaçao en mogelijk Nederlanderschap voor erkend kind, (4) kinderalimentatie en niet-wijzigingsbeding, (5) slapend dienstverband na langdurige arbeidsongeschiktheid, (6) tenuitvoerlegging van arbitrale vonnissen in consumentenzaken en (7) loonbegrip van art. 6:107a BW en afgedragen pensioenpremies. (meer…)

HR 17 mei 2019 ECLI:NL:HR:2019:744

Een accountantskantoor dient bij het uitvoeren van werkzaamheden de in het maatschappelijk verkeer vereiste zorgvuldigheid in acht te nemen. Die in acht te nemen zorgvuldigheid wordt mede bepaald door de gedrags- en beroepsregels voor accountants. Dat de Nederlandse gedrags- en beroepsregels formeel niet in Aruba gelden, betekent niet dat die regels geen rol spelen voor Arubaanse accountants. De normen uit de Nederlandse gedrags- en beroepsregels geven invulling aan hetgeen – ook in Aruba – volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. (meer…)

HR 15 maart 2019, ECLI:NL:HR:2019:350

 Artikel 13 Landsverordening Invordering Directe Belastingen, zoals die gold tot 1 juni 2014, bevat een limitatieve opsomming van handelingen die stuitende werking hebben. Nu het verlenen van uitstel van betaling in die bepaling niet als stuitingsgrond wordt genoemd, komt aan een dergelijke handeling ook geen stuitende werking toe. (meer…)

HR 8 maart 2019, ECLI:NL:HR:2019:316 (MHS/Bab c.s.)

Het door de ondernemingskamer te bevelen onderzoek hoeft niet beperkt te blijven tot de bezwaren tegen het beleid of de gang van zaken die de ondernemingskamer ten grondslag heeft gelegd aan haar oordeel dat blijkt van gegronde redenen om aan een juist beleid te twijfelen. Het staat de ondernemingskamer vrij de onderzoeker op te dragen of toe te staan om ook andere bezwaren in zijn onderzoek te betrekken. Dit strookt met de grote mate van vrijheid die de ondernemingskamer toekomt bij het bepalen van de omvang van een door  haar te bevelen onderzoek. Wel geldt in dit verband de voorwaarde dat die andere te onderzoeken bezwaren voldoende samenhang vertonen met de bezwaren die ten grondslag zijn gelegd aan het oordeel dat blijkt van gegronde redenen om aan een juist beleid te twijfelen. Of voldoende samenhang in deze zin bestaat, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

(meer…)

Cassatieblog.nl