Dossier: Overheidsrecht


HR 21 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:397 (Eiser/Ontvanger)

De Ontvanger kan langs privaatrechtelijke weg schade verhalen nadat het recht op dwanginvordering van de belastingschulden is verjaard. Een eventuele verjaring van belastingaanslagen staat er niet aan in de weg dat de Ontvanger op deze aanslagen gebaseerde bedragen op de grondslag van onrechtmatige daad als schadevergoeding kan vorderen. Voor deze vordering tot vergoeding gelden de verjaringsregels van het Burgerlijk Wetboek. (meer…)

HR 7 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:275 (La Linda N.V./Het Land Aruba)

Arubaanse zaak. Een vordering die ertoe strekt dat de belastinginspecteur de bij een belastingaanslag opgelegde boete in onvoldoende mate heeft verminderd, stuit niet af op de leer van de formele rechtskracht, als de hoogste bestuursrechter zich onbevoegd heeft verklaard over de ambtshalve vermindering van de aanslag te oordelen. Dat de oorspronkelijke aanslag inmiddels formele rechtskracht heeft gekregen, maakt dat niet anders. (meer…)

HR 20 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:2046 (Staat/X)

Indien het openbaar ministerie een geldboete tracht te verhalen door beslaglegging (op grond van een dwangbevel), kan vanaf de aanvang van de tenuitvoerlegging – dus: na betekening van het dwangbevel (en niet eerst na beslaglegging) – verzet worden gedaan op grond van art. 575 lid 3 Sv. Deze verzetprocedure betreft een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang, die in de weg staat aan een vordering bij de burgerlijke rechter. (meer…)

HR 20 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:2049 (Staat/Verweerder)

(1) Partijen mogen aan een tijdens mediation gemaakte afspraak in beginsel niet het vertrouwen ontlenen dat die afspraak hen na beëindiging van de mediation juridisch blijft binden, als niet is voldaan aan de daartoe in de mediationovereenkomst overeengekomen vormvereisten.
(2) Een partij die naleving wenst van een uit overeenkomst voortvloeiende verplichting voor de Inspecteur tot het nemen van een bepaald besluit (het opleggen van een belastingaanslag), dient zich – na eventueel bezwaar – tot de bestuursrechter te wenden. Dit geldt zowel indien het toegezegde besluit niet genomen wordt, als indien het genomen besluit niet beantwoordt aan de gestelde overeenkomst. (meer…)

HR 6 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3743 (Transautex/Ontvanger)

De regeling van art. 54 leden 3 en 4 Rv voor betekening aan een bestaande of ontbonden rechtspersoon zonder kantoor, bestuur of vereffenaar, leent zich voor overeenkomstige toepassing op het geval waarin een rechtspersoon na te zijn ontbonden heeft opgehouden te bestaan, en desondanks – op grond van art. 34 of 35 IW 1990 – belang bestaat bij het kunnen betekenen van een exploot dat stuiting van verjaring van het recht tot invordering van een door die rechtspersoon belopen belastingschuld tot gevolg heeft.  (meer…)

HR 29 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1456

Met art. 8:75 Awb is beoogd het oordeel omtrent de vergoeding van proceskosten in de bestuursrechtelijke procedure bij uitsluiting op te dragen aan de bestuursrechter. De burgerlijke rechter dient daarom de partij die een dergelijke proceskostenvergoeding vordert in beginsel niet-ontvankelijk te verklaren. Voor aanvullende rechtsbescherming door de burgerlijke rechter is geen plaats, tenzij de belanghebbende zijn aanspraak niet aan de bestuursrechter heeft kunnen voorleggen. (meer…)

Cassatieblog.nl