Dossier: Prejudiciële vragen Hoge Raad


HR 9 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:42 (Doka/mr. Kalmijn q.q.)

In antwoord op een prejudiciële vraag beslecht de Hoge Raad een faillissementsrechtelijke controverse: art. 39 Fw, dat tussentijdse beëindiging van huurovereenkomsten in geval van faillissement mogelijk maakt en de huurprijs tot boedelschuld bestempelt, geldt gelet op de tekst en de ratio ervan ook voor de huur van roerende zaken. (meer…)

HR 5 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3536 (Verzoeker/TSB)

De Hoge Raad beantwoordt een prejudiciële vraag over de bevoegde rechter ter zake van een verzoek om herroeping van een niet-appellabele beschikking, waartegen in appel tevergeefs met een beroep op de doorbrekingsjurisprudentie is opgekomen. Als de beoordeling in hoger beroep beperkt is gebleven tot een ontkennende beantwoording van de vraag of zich een doorbrekingsgrond voordoet, is de rechter in eerste aanleg de bevoegde rechter in de zin van art. 384 Rv. (meer…)

HR 10 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2935 

Beantwoording van twee prejudiciële vragen. 1. De beslissing om op de voet van art. 349a lid 2 en 3 Fw de termijn van de schuldsaneringsregeling te verlengen, kan worden genomen na het moment waarop de in art. 349a lid 1 Fw bedoelde termijn van de schuldsaneringsregeling afloopt. 2. De verplichtingen die op grond van de tweede afdeling van titel III Fw voor de schuldenaar voortvloeien uit de toepassing van de schuldsaneringsregeling, gelden niet in de periode die is geleden tussen het moment waarop de termijn van art. 349 lid 1 Fw afloopt en het moment waarop onherroepelijk is beslist omtrent de verlenging van de termijn van de schuldsaneringsregeling.  (meer…)

HR 3 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2901 (Y/DAS Rechtsbijstand)

De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie over het recht op vrije advocaatkeuze bij een ontslagprocedure ex art. 6 BBA. De vraag wordt gesteld in het kader van een (eveneens) prejudiciële procedure bij de Hoge Raad, waarbij aan de Hoge Raad de vraag werd voorgelegd of de art. 6 BBA-ontslagprocedure kwalificeert als “gerechtelijke of administratieve procedure” als bedoeld in art. 4:67 Wft en art. 4 lid 1 sub a richtlijn 87/344/EG. (meer…)

Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, ECLI:NL:GHSHE:2014:3569 (X/Dexia)

Prejudiciële vraag in effectenleasezaak: wat is de ingangsdatum van de wettelijke rente over de door de aanbieder van effectenlease-overeenkomsten aan de afnemer te vergoeden inleg? Het gaat hierbij om termijnbetalingen en eventuele aflossingen (minus dividenduitkeringen) die de afnemer voorafgaande aan de beëindiging van de effectenlease-overeenkomst(en) uit hoofde van die effectenlease-overeenkomst(en) heeft betaald. (meer…)

HR 13 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2665

In een procedure tot (verlenging van de) ondertoezichtstelling kan de niet met het gezag beklede ouder niet worden beschouwd als belanghebbende in de zin van art. 798 lid 1 Rv. Deze ouder heeft dan ook niet de bevoegdheid hoger beroep in te stellen van een beslissing dienaangaande indien het verzoek tot (verlenging van de) ondertoezichtstelling niet van hem afkomstig was.  (meer…)

Cassatieblog.nl