Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 3 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2898 (Erven X/ Woningstichting Domijn)

Indien noch in de ontbindingsbeschikking, noch in de beëindigingsovereenkomst is bepaald dat de in rechte toegekende ontbindingsvergoeding slechts verschuldigd zal zijn indien de arbeidsovereenkomst per de datum van ontbinding nog bestaat, is de vergoeding verschuldigd, ook al is de arbeidsovereenkomst door het overlijden van de werknemer eerder dan op de datum van ontbinding geëindigd. (meer…)

HR 26 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2816

(1) Het begrip ‘burgerlijke of handelszaken’ van art. 1 EEX-Vo omvat mede een civielrechtelijke veroordeling in een strafrechtelijk vonnis van een gerecht van een lidstaat. (2) De rechtsmiddelprocedure van art. 43 EEX-Vo kan door een enkelvoudige kamer van de rechtbank worden behandeld. (3) Op de rechtsmiddelprocedure zijn de algemene regels voor verzoekschriftprocedures van toepassing, voor zover uit de EEX-Vo of de wet niet anders voortvloeit. Daarom is procesvertegenwoordiging door een advocaat verplicht en kan een proceskostenveroordeling worden uitgesproken. (4) De in art. 281 Rv voorziene herstelmogelijkheid is van overeenkomstige toepassing op het verzuim dat het verweerschrift ten onrechte niet door een advocaat is ondertekend en ingediend. (meer…)

HR 26 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2798, ECLI:NL:HR:2014:2804, ECLI:NL:HR:2014:2813

Uitgangspunt is dat de advocaat die partijen vertegenwoordigt zonder meer geacht wordt op de hoogte te zijn van de in de procedure geldende termijnen en van de vérstrekkende gevolgen die verbonden zijn aan overschrijding daarvan. In deze drie zaken (waarin steeds door het hof akte niet-dienen van grieven is verleend op grond van de toepasselijke procesreglementen) acht de Hoge Raad sprake van een bijzondere situatie, die een uitzondering op dit uitgangspunt rechtvaardigt. (meer…)

HR 19 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2737 (Rubik/Beckx).

Elementen van het werk die louter een technisch effect dienen of te zeer het resultaat zijn van een door technische uitgangspunten beperkte keuze, zijn van auteursrechtelijke bescherming uitgesloten. De enkele omstandigheid dat hetzelfde idee op uiteenlopende wijzen kan worden vormgegeven, brengt niet mee dat de gekozen vormgeving een eigen oorspronkelijk karakter heeft. (meer…)

HR 26 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2837 (Republiek Ecuador/Chevron en TexPet)

Het bilateraal investeringsverdrag moet gelet op de parlementaire geschiedenis van art. 79 RO worden aangemerkt als “recht van vreemde staten” als bedoeld in art. 79 lid 1, aanhef en onder b RO. Het gaat hier immers om internationaal publiekrecht dat niet geldt in de Nederlandse rechtsorde. Hieruit volgt dat oordelen van het hof omtrent de inhoud en uitleg van het BIT (Bilateral Investment Treaty) in cassatie niet op juistheid kunnen worden onderzocht. (meer…)

HR 19 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2739

Na cassatie en verwijzing is de verwijzingsrechter gebonden aan beslissingen die in cassatie niet of tevergeefs zijn aangevochten. Dit lijdt uitzondering voor beslissingen die voortbouwen op of onverbrekelijk samenhangen met een beslissing waarover in cassatie met succes is geklaagd. De onderhavige beslissing omtrent de proceskostenveroordeling in eerste aanleg valt niet onder deze uitzondering en dus was het verwijzingshof gebonden aan die eerdere beslissing. (meer…)

Cassatieblog.nl