Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 22 maart 2013, LJN BY8099 (Bursa/Güris c.s.)

In een procedure tot vernietiging van een arbitraal vonnis moeten de vernietigingsgronden in de inleidende dagvaarding worden aangevoerd, op straffe van verval van het recht om die gronden in een later stadium alsnog in te roepen. Het staat een partij niet vrij om een vernietigingsgrond die slechts is voorgedragen tegen een bepaalde beslissing van het scheidsgerecht in de loop van het geding alsnog ten grondslag te leggen aan de vordering tot vernietiging van een andere beslissing van het scheidsgerecht, ook niet als tegen die beslissing in de inleidende dagvaarding wel andere vernietigingsgronden waren aangevoerd. (meer…)

HR 15 maart 2013, LJN BY7840

Bij een overeenkomst met een maatschap zijn de individuele maten jegens de wederpartij persoonlijk aansprakelijk voor de nakoming van de daaruit voortvloeiende verplichtingen. Dit is in beginsel een aansprakelijkheid voor gelijke delen (art. 7A:1679-1681 BW). Bij aansprakelijkheid uit hoofde van een door de maatschap aanvaarde opdracht is echter iedere maat in beginsel jegens de opdrachtgever aansprakelijk voor het geheel (art. 7:407 lid 2 BW). Aan de persoonlijke aansprakelijkheid van individuele maten (met de mogelijkheid van verhaal op hun privévermogens) doet niet af dat ook de maatschap als geheel in rechte kan worden betrokken (met de mogelijkheid van verhaal op het maatschapsvermogen). (meer…)

HR 15 maart 2013, LJN BY6101 (X en Y/H9 Invest c.s.)

Gezien de Nederlandse praktijk en de waarborgen die in Nederland omtrent de wijze van praktijkuitoefening van advocaten in dienstbetrekking bestaan, is geen grond om aan een advocaat het verschoningsrecht te ontzeggen op grond van het enkele feit dat hij in dienstbetrekking werkzaam is. Het Akzo-arrest van het HvJEU, waarin is geoordeeld dat wat betreft het Unierechtelijke mededingingsrecht een advocaat in dienstbetrekking geen verschoningsrecht toekomt, geldt niet buiten het Unierechtelijke mededingingsrecht. (meer…)

HR 1 maart 2013, LJN BY6755 (Greenib Car B.V./X)

In het licht van het partijdebat over het al dan niet bestaan van een schadebeperkingsplicht en het beginsel van hoor en wederhoor, moest het hof zich onthouden van een oordeel over de schadebeperkingsplicht. Dit punt kan in de schadestaatprocedure aan de orde komen. (meer…)

HR 1 maart 2013, LJN BZ2765 (LBF/LBT en curatoren)

Als de gefailleerde een zeer groot aantal schuldeisers heeft kan een redelijke afwikkeling van het faillissement meebrengen dat de communicatie met de schuldeisers door de curator of de rechter-commissaris plaatsvindt op een aan de omvang van het faillissement aangepaste wijze. Onder bepaalde voorwaarden kan als zodanig gelden het plaatsen van een voor de schuldeisers bestemde mededeling van de curator of van een beschikking van de rechter-commissaris op een daartoe bestemde website. Als in een dergelijk geval een beschikking van de rechter-commissaris, of een mededeling van de curator waaruit ondubbelzinnig van een zodanige beschikking blijkt, op de website wordt geplaatst, mag – behoudens bijzondere omstandigheden – van de schuldeisers worden verwacht dat zij van deze beschikking kennis nemen en een eventueel beroep daartegen instellen binnen de in art. 67 Fw bepaalde termijn. (meer…)

HR 1 maart 2013, LJN BY7845 (Eiser/De Limburger c.s.)

De rechter kan de in art. 179 lid 2 Rv neergelegde bevoegdheid om een getuige te beletten een vraag te beantwoorden ook aanwenden om te voorkomen dat beantwoording van die vraag het recht op journalistieke bronbescherming in gevaar brengt. ’s Hofs oordeel dat beantwoording in casu zou leiden tot onthulling van de identiteit van journalistieke bron(nen) en aldus mogelijk een “verkillend effect” zou hebben op de vrijheid van meningsuiting, is niet onjuist of onbegrijpelijk. (meer…)

Cassatieblog.nl