HR 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1070 (Philips/Lidl)
De maker van een bewerking van een auteursrechtelijk beschermd werk kan geen rechten ontlenen aan de auteursrechtelijk beschermde trekken of elementen die hij overneemt van het oorspronkelijke werk. Het (eventuele) auteursrecht van de bewerker is beperkt tot de elementen die de bewerking aan het origineel toevoegt en die aan de werktoets voldoen. De bewerking laat het auteursrecht op het oorspronkelijke werk ongemoeid. Als de bewerking aan de werktoets voldoet en daarnaast voldoende auteursrechtelijk beschermde trekken of elementen van het oorspronkelijke werk bevat, is de bewerking zowel een zelfstandig werk waarop het auteursrecht van de bewerker rust, als een verveelvoudiging van het oorspronkelijke werk, waarop het auteursrecht van de maker van het oorspronkelijke werk rust.
Achtergrond van de zaak
Philips heeft in 2006 of 2007 het scheerapparaat Arcitec geïntroduceerd. In 2010 heeft Philips een bewerking van de Arcitec geïntroduceerd: het scheerapparaat ST3D. Lidl heeft vanaf juni 2016 een scheerapparaat van het merk Silvercrest verkocht.
In deze procedure stelt Philips onder meer dat Lidl met de Silvercrest inbreuk maakt op het auteursrecht van Philips.
Zowel de rechtbank als het hof hebben de op deze stellingen gebaseerde vorderingen van Philips afgewezen. Het hof heeft daartoe onder meer beslist dat de ST3D (als bewerking van de Arcitec) geen auteursrechtelijk beschermd werk is, en dat het beroep van Philips op het auteursrecht op de Arcitec – of het geheel van auteursrechten op de ST3D en Arcitec – geen grondslag kan zijn voor toewijzing van de door Philips ingestelde vorderingen. In cassatie wordt over beide oordelen geklaagd.
Auteursrecht op een bewerking van een oorspronkelijk werk?
Voor auteursrechtelijke bescherming is vereist dat een werk een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt (de zogeheten werktoets).
Als een werk auteursrechtelijke bescherming toekomt, heeft de auteursrechthebbende het uitsluitend recht om het werk openbaar te maken en te verveelvoudigen (art. 1 Auteurswet). Onder een verveelvoudiging wordt daarbij ook verstaan een gehele of gedeeltelijke bewerking of een nabootsing in gewijzigde vorm, als die bewerking of nabootsing in gewijzigde vorm niet als nieuw, oorspronkelijk werk valt aan te merken (art. 13 Auteurswet). Een verveelvoudiging van een werk in gewijzigde vorm, wordt als zelfstandig werk beschermd – onverminderd het auteursrecht op het oorspronkelijke werk (art. 10 lid 2 Auteurswet).
De Hoge Raad overweegt in dit arrest dat uit het samenstel van art. 13 en art. 10 lid 2 Auteurswet volgt:
“dat (i) de maker van de bewerking geen rechten kan ontlenen aan de auteursrechtelijk beschermde trekken of elementen die hij overneemt van het oorspronkelijke werk, (ii) de bewerking het auteursrecht op het oorspronkelijke werk ongemoeid laat, en (iii) het auteursrecht van de bewerker is beperkt tot de elementen die de bewerking aan het origineel toevoegt en die aan de werktoets voldoen. Indien de bewerking aan de werktoets voldoet en daarnaast voldoende auteursrechtelijk beschermde trekken of elementen van het oorspronkelijke werk bevat, is de bewerking zowel een zelfstandig werk waarop het auteursrecht van de bewerker rust, als een verveelvoudiging van het oorspronkelijke werk, waarop het auteursrecht van de maker van het oorspronkelijke werk rust.”
Op het moment dat het auteursrecht op het oorspronkelijke werk en het auteursrecht op de bewerking in één hand zijn, kan de auteursrechthebbende beide auteursrechten in stelling brengen tegen een derde die inbreuk maakt op deze auteursrechten. Dat beide auteursrechten in één hand zijn, betekent echter niet dat het auteursrecht op de bewerking ook het auteursrecht op het oorspronkelijke werk omvat – zo verduidelijkt de Hoge Raad.
Inbreuk op de ST3D?
In dit geval heeft het hof het primaire standpunt van Philips zo begrepen dat zij zich uitsluitend beroept op het auteursrecht op de ST3D als bewerking van de Arcitec. Over deze lezing van het standpunt van Philips is in cassatie niet geklaagd.
Tegen die achtergrond heeft het hof naar het oordeel van de Hoge Raad terecht beoordeeld of de ST3D een zelfstandig werk is in de zin van art. 10 lid 2 Auteurswet. Dat het hof daarbij tot uitgangspunt heeft genomen dat de gestelde oorspronkelijkheid van de Arcitec niet kan bijdragen aan de gestelde oorspronkelijkheid van de ST3D, geeft daarbij geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Het hof is dan ook terecht nagegaan welke verschillen er bestaan tussen de ST3D en de Arcitec, en of die verschillen meebrengen dat de ST3D voldoet aan de werktoets.
De beslissing van het hof dat de Silvercrest geen inbreuk maakt op het auteursrecht op de ST3D blijft daarmee in stand.
Inbreuk op de Arcitec?
Dat geldt niet voor de beslissing die het hof heeft genomen met betrekking tot het beroep van Philips op het auteursrecht op de Arcitec en/of het geheel van auteursrechten op de ST3D en Arcitec.
Het hof had geoordeeld dat de auteursrechtelijke vorderingen van Philips in het petitum in het geheel zijn toegesneden op het auteursrecht op de ST3D. Dat betekent volgens het hof dat deze vorderingen hoe dan ook niet toewijsbaar zijn op basis van het door Philips gedane beroep op het auteursrecht op de Arcitec. De tegen dit oordeel gerichte cassatieklacht slaagt.
Bij de uitleg van een petitum moet namelijk niet slechts acht worden geslagen op de bewoordingen daarvan, maar komt ook betekenis toe aan de inhoud van wat aan de eis ten grondslag is gelegd, de wijze waarop de wederpartij de eis heeft opgevat en redelijkerwijs heeft moeten opvatten, en het partijdebat als geheel.
De Hoge Raad wijst erop dat Philips onder meer heeft aangevoerd dat, als de ST3D niet auteursrechtelijk beschermd is, de Silvercrest onder de beschermingsomvang van de Arcitec valt, en dat de Silvercrest inbreuk maakt op de auteursrechten ten aanzien van de scheerapparaten van Philips, in het bijzonder de Arcitec. Lidl heeft de gestelde inbreuk op het auteursrecht op de Arcitec ook uitvoerig bestreden. Het hof heeft dit alles niet kenbaar betrokken bij de uitleg van de vordering van Philips. Daarmee heeft het hof zijn oordeel volgens de Hoge Raad ontoereikend gemotiveerd. Daarbij is ook van belang dat, als de ST3D als bewerking van de Arcitec geen zelfstandig werk is (zoals het hof heeft geoordeeld) en de Arcitec aan de werktoets voldoet (zoals het hof in het midden heeft gelaten en daarom in cassatie moet worden aangenomen), de ST3D een verveelvoudiging is van de Arcitec, waarop het auteursrecht van de maker van de Arcitec rust.
De Hoge Raad vernietigt dan ook het arrest van het hof Den Haag, en verwijst het geding ter verdere behandeling en beslissing naar het hof Amsterdam.