Selecteer een pagina
Vaststelling (omvang) schade, wat moet de rechter vergelijken?

Vaststelling (omvang) schade, wat moet de rechter vergelijken?

HR 9 juni 2017 ECLI:NL:HR:2017:1053

Het bestaan en de omvang van de schade dient in dit geval te worden vastgesteld door een vergelijking te maken tussen de werkelijke situatie na de overdracht van de assurantieportefeuille onder het schuldig blijven van de koopprijs daarvan enerzijds en de hypothetische situatie waarin deze onrechtmatige gedraging achterwege zou zijn gebleven anderzijds.

Lees meer…

Adviesrecht ondernemingsraad geldt in beginsel ook in faillissement

Adviesrecht ondernemingsraad geldt in beginsel ook in faillissement

HR 2 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:982 (Ondernemingsraad DA Retailgroep c.s./DA Retailgroep c.s.)

De curator moet zorgdragen voor het naleven van de voorschriften van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) tijdens een faillissement. Het adviesrecht van de ondernemingsraad ziet in faillissement in beginsel niet op de verkoop van goederen of het opzeggen van arbeidsovereenkomsten op de voet van art. 176 en art. 40 Fw, omdat deze handelingen van de curator gericht zijn op een (voortvarende) afwikkeling van het faillissement. Lees meer…

Buiten beschouwing laten van een brief wegens strijd met de eisen van een goede procesorde

Buiten beschouwing laten van een brief wegens strijd met de eisen van een goede procesorde

Hoge Raad 12 mei 2017 ECLI:NL:HR:2017:869

De bijzonder curator klaagt in cassatie tevergeefs dat het hof ten onrechte geen acht heeft geslagen op de inhoud van zijn brief in een zaak waarin een man vernietiging van de erkenning van een minderjarig kind wegens dwaling omtrent zijn biologisch vaderschap had verzocht. Lees meer…

Haags Betekeningsverdrag en Rechtsvorderingsverdrag: niet in het onderlinge rechtsverkeer binnen het koninkrijk

Haags Betekeningsverdrag en Rechtsvorderingsverdrag: niet in het onderlinge rechtsverkeer binnen het koninkrijk

HR 9 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1059

1. De betekening en kennisgeving van stukken in het onderlinge verkeer tussen Nederland en Aruba – en Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba – wordt niet beheerst door de bepalingen van het Haags Betekeningsverdrag of van het Haags Rechtsvorderingsverdrag.
2. Onder ‘buitenland’ in de zin van art. 5, aanhef en onder 8° RvA valt ook Nederland, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
3. In een Arubaanse procedure in hoger beroep waarin de geïntimeerde die niet in Aruba woont en daarin evenmin een bekend verblijf heeft, maar van wie de woonplaats of het werkelijk verblijf in het buitenland bekend is, niet verschijnt, moet het Gemeenschappelijk Hof zijn uitspraak aanhouding en onderzoeken welke pogingen de directeur van de Directie Wetgeving en Juridische Zaken dan wel de deurwaarder in het werk heeft gesteld om zoveel mogelijk te bevorderen dat de stukken bedoeld in art. 273 RvA (de verklaring dat hoger beroep is ingesteld en de memorie van grieven en de daarbij overgelegde bescheiden) degene voor wie zij zijn bestemd, bereiken.

Lees meer…

Geen beslag op zaken die door schuldenaar waren ingebracht in v.o.f.

Geen beslag op zaken die door schuldenaar waren ingebracht in v.o.f.

HR 2 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1009

De omstandigheid dat de onroerende zaken waren ingebracht in de v.o.f. brengt mee dat die onroerende zaken een gebonden gemeenschap vormen, bestemd om te worden aangewend tot het bereiken van het doel van de v.o.f., en dat die zaken behoren tot het afgescheiden vermogen van de v.o.f. dat dient als verhaalsobject voor de schuldeisers van de v.o.f. Privé-schuldeisers van een van de vennoten kunnen dan ook geen verhaal nemen op deze onroerende zaken. Lees meer…

Omgangsregeling kan worden aangepast op verzoek van met voogdij belaste gecertificeerde instelling

Omgangsregeling kan worden aangepast op verzoek van met voogdij belaste gecertificeerde instelling

HR 19 mei 2017, ECLI:NL:HR:2017:943

De bevoegdheid om vaststelling, wijziging of ontzegging van een omgangsregeling te vorderen, komt ook toe aan een gecertificeerde instelling die met de voogdij van de minderjarige is belast. De gecertificeerde instelling kan niet voor het eerst in hoger beroep een verzoek tot ontzegging van de omgang met het kind doen, omdat dit in strijd is met de regel dat er niet voor het eerst in hoger beroep een zelfstandig verzoek mag worden gedaan. Lees meer…

Geen toezichtsfalen Arbeidsinspectie jegens werknemer met mesothelioom

Geen toezichtsfalen Arbeidsinspectie jegens werknemer met mesothelioom

HR 2 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:987 (X/Staat)

(1) Van onrechtmatig handelen wegens onvoldoende toezicht door de Arbeidsinspectie kan sprake zijn als er voldoende ernstige en concrete aanwijzingen voor de Arbeidsinspectie bestonden om (de mogelijkheid van) overtreding van de betrokken regel en het daaruit voortvloeiende risico op schade aan te nemen, en dat risico en die schade ook naar aard en omvang voldoende ernstig waren. In gevallen waarin geen concrete aanwijzingen bestaan voor mogelijke overtredingen, kan het niet plaatsvinden van toezicht of controle slechts in uitzonderlijke omstandigheden tot aansprakelijkheid leiden. (2) Bij een vordering wegens toezichtsfalen gelden de gewone regels van stelplicht en bewijslast. Er is geen grond om als algemene regel op de toezichthouder een verzwaarde motiveringslast te leggen ter zake van het door hem uitgevoerde toezicht. Lees meer…

Slaafse nabootsing: het eigen gezicht van een ontwerp kan verwateren

Slaafse nabootsing: het eigen gezicht van een ontwerp kan verwateren

HR 19 mei 2017, ECLI:NL:HR:2017:938  (All Round / Simstars)

Als aanbieder van een succesvol ontwerp is het niet alleen vanuit praktisch oogpunt, maar ook vanuit juridisch oogpunt van belang om tijdig op te treden tegen namaakproducten. Naarmate steeds meer nabootsingen van een ontwerp op de markt verschijnen, kan het ‘eigen gezicht’ van het ontwerp afnemen of zelfs geheel verdwijnen (’verwatering’). Een beroep op het verbod op slaafse nabootsing zal dan niet langer slagen, ook wanneer producten op het eerste gezicht grote gelijkenis vertonen. Lees meer…

Handelsagent moet voor klantenvergoeding verwachting van nieuwe transacties aannemelijk maken

Handelsagent moet voor klantenvergoeding verwachting van nieuwe transacties aannemelijk maken

HR 19 mei 2017, ECLI:NL:HR:2017:935 (Prijsvrij.nl/Corendon)

Voordat in het kader van de eerste fase van vaststelling van de klantenvergoeding bij het einde van een agentuurovereenkomst kan worden toegekomen aan de kwantificering van het voordeel van de principaal, zal de agent aannemelijk moeten maken dat de principaal van door hem aangebrachte klanten, of van klanten waarmee hij de overeenkomsten heeft uitgebreid, nog in relevante mate nieuwe transacties kan verwachten. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl