Selecteer een pagina

Beroepsaansprakelijkheid notaris voor onhaalbare leveringsdatum

HR 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:270 (eisers / notariskantoor X)

Het hof heeft terecht geoordeeld dat het verzuim van de notaris om eisers te informeren en adviseren over de vereiste instemming van alle appartementseigenaren (art. 5:139 BW) een schending van de zorgplicht oplevert. Nu de nakoming daarvan ertoe strekte eisers te behoeden voor het risico van vertraging in geval een van de appartementseigenaren niet (aanstonds) meewerkt aan de splitsing, valt niet in te zien dat verwezenlijking van dit risico voor eigen rekening van eisers zou komen en op de voet van art. 6:101 BW in mindering zou strekken van de op de notaris rustende schadevergoedingsplicht wegens schending van informatie- en adviesplicht. Lees meer…

Faxapparaat gerecht draait fax niet uit. Hoger beroep niet-ontvankelijk?

HR 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:296

De ontvangst van een bericht op het faxapparaat van een gerecht is voldoende om dit bericht als ontvangen aan te merken in de zin van art. 33 lid 3 Rv. Indien het faxapparaat op de griffie het tijdstip van ontvangst niet registreert, dan kan dit tijdstip ook op andere wijze komen vast te staan, zoals een verzendbevestiging. De enkele constatering dat het bericht niet door het faxapparaat van het gerecht is uitgedraaid kan daarom de niet-ontvankelijkverklaring niet dragen.  Lees meer…

Notariële beroepsaansprakelijkheid en de verzwaarde stelplicht: adequate dossiervoering vereist

HR 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:288

Van de notaris die wordt aangesproken wegens schending van zijn voorlichtingsplicht bij het verlijden van een akte kan worden verlangd dat hij voldoende feitelijke gegevens versterkt ter motivering van zijn betwisting van de desbetreffende stellingen. Voor zover de notaris tekortschiet in die motivering doordat hij geen aantekeningen heeft bijgehouden en bewaard van hetgeen hij in het kader van zijn voorlichtingsplicht met de betrokkene heeft besproken, komt dit voor zijn risico. Lees meer…

Handelsovereenkomst; geen factuur, wel wettelijke handelsrente; second opinionprocedure

HR 25 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:339

(1) In een geval waarin geen uiterste dag van betaling is overeengekomen en geen sprake is van ontvangst van een factuur, maar wel van een gelijkwaardig verzoek tot betaling, moet de ingangsdatum van de wettelijke handelsrente steeds worden bepaald aan de hand van art. 6:119a lid 2 BW. (2) De Hoge Raad besteedt aandacht aan de cassatietechnische implicaties van een appelprocedure die gevoerd is volgens het Second Opinion-regelement van het Gerechtshof Den Haag. Lees meer…

Hoge Raad bevestigt maatstaf voor opleggen omgangsondertoezichtstelling

HR 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:295

Ten aanzien van het opleggen van de maatregel van een ‘omgangsondertoezichtstelling’ geldt (i) dat de rechter moet aangeven op grond waarvan hij tot het oordeel is gekomen dat de wettelijke gronden voor ondertoezichtstelling aanwezig zijn en (ii) dat aan de motivering voor de toewijzing van ondertoezichtstelling in zo een geval hoge eisen worden gesteld. Lees meer…

Wet Bopz: niet voldoende onderzocht of psychiater heeft gedaan wat redelijkerwijs van hem kon worden verwacht

HR 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:161

Deze zaak ziet op een verzoek van de officier van justitie om een voorlopige machtiging om betrokkene gedwongen op te nemen. Betrokkene verbleef al vrijwillig in een zorgaccomodatie. Bij een dergelijk verzoek moet zich een verklaring bevinden van een onafhankelijk psychiater die betrokkene persoonlijk heeft onderzocht.  Lees meer…

Ontslag op staande voet: uitleg opzeggingsgrond “diefstal” niet noodzakelijkerwijs conform strafrechtelijk begrip

HR 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:290

Voor het antwoord op de vraag welke dringende reden aan de wederpartij is medegedeeld, is de letterlijke tekst van een ontslagbrief niet steeds doorslaggevend. Uiteindelijk gaat het erom of voor de werknemer aanstonds duidelijk is welke dringende reden tot de opzegging heeft geleid. Een in een ontslagbrief vermelde opzeggingsgrond dient mede te worden uitgelegd in het licht van de omstandigheden van het geval, ook indien daarin strafrechtelijke begrippen worden gehanteerd (vgl. HR 24 april 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH0387). Het hof heeft in casu een begrijpelijke uitleg aan de term “diefstal” in de ontslagbrief gegeven, door deze niet in strafrechtelijke zin op te vatten, maar – gelet op het partijdebat – als gebruik van de tankpas voor privédoeleinden zonder toestemming.    Lees meer…

Ook zonder akte is erkenning van buitenlands rechtsfeit of buitenlandse rechtshandeling mogelijk

HR 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:293

Ook buiten het geval dat het rechtsfeit of de rechtshandeling waarbij familierechtelijke betrekkingen zijn vastgesteld of gewijzigd is neergelegd in een door een bevoegde ambtenaar opgemaakte akte, kan grond bestaan voor erkenning daarvan. Daarvoor kan aanleiding bestaan als met voldoende zekerheid vaststaat dat naar buitenlands recht van het rechtsfeit of de rechtshandeling sprake is. Op degene die zich daarop beroept, rusten de stelplicht en bewijslast terzake. Voorts moeten er geen gronden zijn die zich tegen de erkenning verzetten. Lees meer…

Een eensluidend uitgangspunt van partijen over een tussen hen bestaand geschil mag de rechter niet buiten beschouwing laten

HR 12 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:234 (X / De Vries q.q.)

Beide partijen zijn ervan uitgegaan dat tussen hen in geschil is of een als gevolg van een aansprakelijkstelling op 19 mei 2003 aangevangen verjaring tijdig is gestuit door een brief van 3 april 2008. Het hof had daarom de brief van 19 mei 2003 en het eensluidende uitgangspunt van partijen omtrent het tussen hen bestaande geschilpunt in zijn oordeelsvorming moeten betrekken.  Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl