Selecteer een pagina

Kinderalimentatie: welvaartsniveau ten tijde van het huwelijk; draagkracht

HR 4 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3479

(1) Bij de bepaling van de behoefte van de kinderen speelt het welvaartsniveau ten tijde van het huwelijk een rol. Het hof kon voor de motivering niet volstaan met de vaststelling dat in de bedragen van de ‘Tabel eigen aandeel kosten van kinderen’ alle normale, in de desbetreffende inkomstencategorie redelijkerwijs te maken kosten zijn begrepen. (2) Bij het bepalen van draagkracht kan met een incidentele inkomstencomponent als een afvloeiingsregeling rekening worden gehouden. Lees meer…

De reikwijdte van de sanctie van art. 1:135 lid 3 BW

HR 4 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3475

Wanneer de verrekening bij uitspraak van de rechter is vastgesteld en één van de echtgenoten daarna ontdekt dat de ander een goed dat tot het te verrekenen vermogen behoort opzettelijk heeft verzwegen, zoek gemaakt of verborgen heeft gehouden, dan kan die echtgenoot zich ook in een eventuele appèlprocedure nog beroepen op de sanctie van art. 1:135 lid 3 BW en de daaruit voortvloeiende vordering in die appèlprocedure instellen.  Lees meer…

Rechter kan eigen uitspraak niet aantasten

HR 4 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3476

Buiten het toepassingsbereik van de art. 31 en 32 Rv kan de rechter niet zelf de rechtskracht van zijn uitspraak aantasten, ook niet met instemming van partijen. Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen brengt mee dat die aantasting is voorbehouden aan de hogere rechter, aan wie door aanwending van een rechtsmiddel kan worden gevraagd een uitspraak uit de vorige instantie te vernietigen. Lees meer…

Oproep aan alimentatierechters: voeg (draagkracht-)berekening toe aan beschikking

HR 4 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3478

(1) Na in casu de draagkrachtbepaling door het hof als ontoereikend gemotiveerd te hebben bestempeld, doet de Hoge Raad de uitdrukkelijke oproep aan alle alimentatierechters om (een) berekening(en) als bijlage bij hun alimentatiebeschikking te voegen en, in voorkomend geval, de redenen te vermelden waarom zij afwijken van die berekening(en).

(2) Ook als het inkomen van de alimentatieplichtige (weliswaar niet verlaagd wordt, maar wel) gelijk blijft, kan er grond bestaan om wettelijke indexering (art. 1:402a lid 5 BW) geheel of gedeeltelijk uit te sluiten. Lees meer…

Gebruik handelsnaam in logo kan relevant zijn voor verwarringsvraag

LR-logoHR 4 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3477 (LMR advocaten/LR advocaten)

1. Bij beantwoording van de vraag of bij het publiek verwarring tussen ondernemingen is te duchten, moeten alle omstandigheden van het geval worden meegewogen. Daarbij mag ook het gestelde handelsnaamgebruik door gebruik van een logo een rol spelen.
2. Ook onder art. 1019h Rv is kostencompensatie mogelijk wanneer partijen over en weer op enkele punten in het ongelijk worden gesteld.
3. Een appellant moet ook in de kosten worden veroordeeld als de bestreden uitspraak, waarin zijn vordering of verzoek geheel is afgewezen, wordt bekrachtigd op andere gronden dan die waarop de eerste rechter de afwijzing heeft gegrond.
4. In een procedure op grond van art. 6 Hnw is art. 1019h Rv van toepassing als het verzoek is gegrond op art. 5 of 5a Hnw. Lees meer…

Geen nietigheid op grond van combinatie van de gronden uit art 3 lid 1 Merkenrichtlijn

HR 27 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3394 (Hauck / Stokke II)

Het hof na verwijzing moet alsnog onderzoeken of de Tripp Trapp-stoel een teken is dat geen merkenrechtelijke bescherming geniet op grond van de uitsluitingsgronden van art. 3, lid 1, sub e Merkenrichtlijn, hetzij op de ene grond, hetzij op de andere grond, hetzij volledig op elk van beide gronden. Lees meer…

Dwaling bij verhuur bedrijfspand: professionele verhuurder niet gehouden tot onderzoek bestemmingsplan

HR 27 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3424 (Inbev/Verweerder)

Van een mededelingsplicht in de zin van art. 6:228 lid 1 sub b BW zal in het algemeen slechts sprake zijn indien de wederpartij van de dwalende zelf van de juiste stand van zaken op de hoogte was. Een huurder van bedrijfsruimte mag in het algemeen niet ervan uitgaan dat met het oog op zijn belang door de professionele verhuurder is nagegaan of eventuele verbouwingsplannen verenigbaar zijn met het bestemmingsplan. Lees meer…

Beperking looptijd schade vanwege psychische predispositie ontoereikend gemotiveerd

HR 27 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3397

Bij beantwoording van de vraag of een persoonlijke predispositie aanleiding is voor een beperking van de omvang van de schadevergoedingsplicht (bijvoorbeeld door bekorting van de looptijd) komt het aan op een redelijke verwachting van de goede en de kwade kansen. Het hof heeft in dit geval de beperking van de looptijd tot 55-jarige leeftijd vanwege een psychische predispositie bij benadeelde ontoereikend gemotiveerd. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl