Selecteer een pagina

Nemo tenetur: kwalificatie van materiaal als wilsafhankelijk of wilsonafhankelijk is verbonden aan de aard van het materiaal

HR 24 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1117, ECLI:NL:HR:2015:1129, ECLI:NL:HR:2015:1130, ECLI:NL:HR:2015:1137 en ECLI:NL:HR:2015:1141

De belastingplichtige kan in kort geding onder last van een dwangsom worden veroordeeld al het materiaal te verschaffen dat van belang kan zijn voor een juiste belastingheffing, ongeacht of het gaat om wilsonafhankelijk of wilsafhankelijk materiaal. Wilsafhankelijk materiaal mag uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van de belastingheffing en dus niet voor beboeting of bestraffing (vgl. HR 12 juli 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ3640). De kwalificatie van materiaal als ‘wilsonafhankelijk’ dan wel ‘wilsafhankelijk’ is verbonden aan de aard van het materiaal (of het in fysieke zin ‘bestaat’ onafhankelijk van de wil van de betrokkene) en hangt niet af van het antwoord op de vraag of de gevorderde bescheiden zonder medewerking van de betrokkene kunnen worden verkregen. Lees meer…

Vordering tot zekerheidstelling moet direct bij het instellen daarvan worden toegelicht

HR 24 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1140

Een incidentele vordering moet worden toegelicht bij het instellen daarvan. De mogelijkheid van een reactie op de conclusie van de Advocaat-Generaal biedt geen gelegenheid voor een (nadere) toelichting. Voorwaarde voor toewijzing van een vordering tot zekerheidstelling is dat het belang van degene die daarom vraagt zwaarder weegt dan het belang van de wederpartij bij het achterwege blijven ervan (vgl. HR 30 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC5012 (Newbay / Staat)). Lees meer…

Verlof tot tenuitvoerlegging van een Russisch arbitraal vonnis; rechtsmacht en weigeringsgronden

HR 17 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1077 (NRSL/Kompas)

(1) De Nederlandse rechter is steeds bevoegd om kennis te nemen van een verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging in Nederland van een in het buitenland verkregen arbitraal vonnis. Dit oordeel behoeft (dus) geen motivering. (2) Verjaring of verval van de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis in het land waarin dat vonnis gewezen is, is geen grond voor weigering ex art. 1076 Rv en brengt niet mee dat erkenning of tenuitvoerlegging daarvan strijdig is met de openbare orde. Lees meer…

Prospectusplicht niet van toepassing op executoriale verkoop van effecten

HR 24 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1114 (Almer Beheer c.s./Van den Dungen Vastgoed c.s.)

Na beantwoording van prejudiciële vragen door het Europese Hof van Justitie oordeelt de Hoge Raad dat de in art. 5:2 Wft omschreven prospectusplicht niet van toepassing is op de executoriale verkoop van in beslag genomen certificaten van aandelen op de voet van art. 474g Rv. Lees meer…

Processtukken mogen worden ingediend per fax

HR 17 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1078.

Stukken die door middel van faxapparatuur vóór 24.00 uur van de laatste dag van een lopende termijn ter griffie zijn ontvangen, gelden als binnen de termijn ingediend. Andersluidende bepalingen in procesreglementen zijn onverbindend; de in art. 33 lid 1 Rv neergelegde beperking van het elektronisch verkeer tot gevallen waarin daarin is voorzien in een voor dat gerecht vastgesteld procesreglement, geldt niet voor faxverkeer. Lees meer…

Over tomaten en non-conformiteit onder het Weens Koopverdrag; wanneer trad het gebrek in?

HR 17 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1076 (Eiseres/Primar S.A.R.L.)

Ingevolge het Weens Koopverdrag is de verkoper aansprakelijk indien de zaken niet aan de overeenkomst beantwoorden op het moment dat het risico op de koper overgaat. Het hof is ten onrechte voorbijgegaan aan de essentiële stelling van eiseres over de gebrekkigheid van de zaken bij levering en heeft het bewijsoordeel van de rechtbank miskend. Lees meer…

Ambtshalve akte niet-dienen op grond van pilotreglement is onredelijke sanctie

Oranje stoplichtHR 17 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1075 (Curatoren Midreth/Black Box)

De sanctie op het niet in acht nemen van termijnen uit het onderhavige pilotreglement dient, zeker nu de toegang tot de (appel)rechter in het geding is, in redelijke verhouding te staan tot het verzuim. Nu op grond van het toepasselijke pilotreglement één termijn voor het indienen van memories geldt, die niet wordt verlengd, terwijl bij overschrijding van die termijn, zonder peremptoirstelling of voorafgaande waarschuwing, ambtshalve akte niet-dienen wordt verleend, dient een belangenafweging plaats te vinden, die in een geval als het onderhavige zonder meer dient te leiden tot het verlenen van een (korte) termijn van veertien dagen om het verzuim te herstellen. Lees meer…

Nieuwe handvatten bij de beoordeling van opheffing conservatoir beslag

witte rijstHR 17 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1074

(1) Voor zover bij de beoordeling of een beslag moet worden opgeheven, de aannemelijkheid van de gestelde vordering ter zake waarvan het beslag is gelegd, wordt meegewogen, is de rechter niet gebonden aan de grondslagen voor die vordering die in het beslagrekest zijn vermeld. (2) Het enkele feit dat het beslag in de loop van het geding door de beslaglegger wordt opgeheven, of het feit dat de vordering in de bodemprocedure is afgewezen en hiertegen een rechtsmiddel is ingesteld, rechtvaardigt niet het oordeel dat summierlijk is gebleken van de ondeugdelijkheid van de vordering waarvoor het beslag is gelegd. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl