Selecteer een pagina
Verrekening van vermogen bij echtscheidingsconvenant

Verrekening van vermogen bij echtscheidingsconvenant

HR 30 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV3103

Bij echtscheiding gesloten overeenkomst over verrekening vermogen is niet vernietigbaar op de voet van art. 6:229 BW. De wettelijke regeling verrekenbedingen ex art. 1:132 e.v. BW is ook van toepassing indien in de huwelijkse voorwaarden niet, maar in een later tussen echtgenoten gesloten overeenkomst wel wordt voorzien in verrekening van vermogen. Uitsluiting in art. 3:199 BW van (dwalings)regeling ex art. 6:228230 BW is niet beperkt tot dwaling over de waarde van vermogensbestanddelen. Lees meer…

Advocaat-Generaal: NEN-normen zijn geen algemeen verbindende voorschriften

Advocaat-Generaal: NEN-normen zijn geen algemeen verbindende voorschriften

Conclusie AG 30 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW0393 (Knooble/Staat)

In deze zaak, eerder besproken op Cassatieblog, is aan de orde of de door het Nederlands Normalisatie-instituut opgestelde normen (NEN-normen) voor gebouwen, onderdeel uitmaken van (overheids)regelgeving. In het Bouwbesluitwordt verwezen naar deze NEN-normen. A-G Langemeijer beantwoordt deze vraag ontkennend: NEN-normen zijn geen algemeen verbindende voorschriften. Lees meer…

Enkele verwijzing naar FENEX-voorwaarden op facturen onvoldoende voor rechtsgeldige internationale forumkeuze

Enkele verwijzing naar FENEX-voorwaarden op facturen onvoldoende voor rechtsgeldige internationale forumkeuze

HR 30 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV2355 en ECLI:NL:HR:2012:BV2356

Om een rechtsgeldige internationale forumkeuze te kunnen aannemen ex art. 23 lid 1 en sub b EEX-Vo (dat is: in een vorm die wordt toegelaten door een tussen partijen gebruikelijk geworden handelswijze), is onvoldoende dat ook eerdere facturen verwijzen naar de FENEX-voorwaarden waarin het forumkeuzebeding is opgenomen. De maatstaf van HR 2 februari 2001, ECLI:NL:HR:2001:AA9767, geldt in dit geval niet.  De toepasselijkheid van art. 23 EEX-Vo vergt dat de voorwaarden waren meegedeeeld en wel op zodanige wijze dat de opdrachtgever het forumkeuzebeding in de FENEX-voorwaarden kende of heeft kunnen kennen. Lees meer…

Dekking verzekeringsplicht werkgever (art. 7:611 BW) onder AVB-polis

Dekking verzekeringsplicht werkgever (art. 7:611 BW) onder AVB-polis

HR 30 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV1295 (Onderlinge Levensverzekering Maatschappij/Nationale-Nederlanden)

Een redelijke uitleg van een AVB-polis die mede de aansprakelijkheid van een verzekerde als werkgever tegenover zijn ondergeschikten dekt voor letselschade van werknemers die in deelnemen aan het wegverkeer, brengt in beginsel mee dat deze polis tevens dekking verleent tegen een (op art. 7:611 BW gebaseerde) aansprakelijkheid van de werkgever op de grond dat hij heeft verzuimd tegen dat risico een behoorlijke verzekering te sluiten voor zijn werknemers. De functie die een AVB-polis in het maatschappelijk verkeer vervult en de daarop gebaseerde verwachtingen van verzekerden, rechtvaardigen een ruime dekkingsomvang, ook als de gedekte schade in de polisvoorwaarden is omschreven als “schade aan personen en schade aan zaken”. Lees meer…

Tijdstip van in kracht van gewijsde gaan van echtscheidingsbeschikking

Tijdstip van in kracht van gewijsde gaan van echtscheidingsbeschikking

HR 30 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV1029

De echtscheidingsbeschikking gaat eerst in kracht van gewijsde nadat de appelbeschikking waarin de onherroepelijkheid van de echtscheiding wordt geconstateerd (of waaruit dit genoegzaam blijkt) in kracht van gewijsde is gegaan. Dit geldt ook als in hoger beroep vernietiging is gezocht van de beschikking als geheel (echtscheiding én nevenvoorzieningen), maar in het verzoekschrift, noch het verweerschrift wordt opgekomen tegen de echtscheiding. Lees meer…

Devolutieve werking versus noodzaak incidenteel appel bij gedeeltelijk toegewezen vordering

Devolutieve werking versus noodzaak incidenteel appel bij gedeeltelijk toegewezen vordering

HR 30 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU8514 (X/Krediet Specialist Nederland)

Wanneer de vordering van de oorspronkelijk eiser gedeeltelijk is toegewezen en de oorspronkelijk gedaagde/geïntimeerde tegen deze toewijzing geen incidenteel appel heeft ingesteld, brengt de devolutieve werking van het appel niet mee dat een verweer van geïntimeerde waarop (ook) het toewijzende deel van het bestreden vonnis berust, in hoger beroep opnieuw aan de orde kan komen. Het niet bestreden deel van het vonnis – dat op de verwerping van dat verweer berust – heeft immers gezag van gewijsde verkregen. Daarmee is niet verenigbaar dat de appelrechter opnieuw over dat verweer zou kunnen oordelen en daarbij mogelijk tot een ander oordeel zou komen. Lees meer…

Verzet tegen verstrekking duplicaten toonderaandelen kan door iedere belanghebbende

Verzet tegen verstrekking duplicaten toonderaandelen kan door iedere belanghebbende

HR 30 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV1758 (X/Gemeente Utrechtse Heuvelrug c.s.)

Art. 2:86d lid 4 BW bepaalt dat “iedere belanghebbende” in verzet kan komen tegen de verstrekking van duplicaten van verloren gegane bewijzen van toonderaandelen in een naamloze vennootschap. De wet beperkt de kring van belanghebbenden dus niet tot derden die menen zélf rechthebbende te zijn van de bewuste aandelen, zoals het oude art. 15 lid 1 Effectenvernieuwingswet deed. Ook de memorie van toelichting bij art. 2:86d lid 4 BW leidt niet tot een zo beperkte uitleg van het belanghebbendebegrip.  Lees meer…

Geen griffierecht in Bopz-zaken – hoorplicht bij ontslagverzoek

Geen griffierecht in Bopz-zaken – hoorplicht bij ontslagverzoek

HR 30 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV7679

De Hoge Raad neemt aan dat het ontbreken van Bopz-zaken in de opsomming van zaken die van de heffing van griffierecht zijn vrijgesteld in de Wgbz en de Regeling griffierechten burgerlijke zaken, op een misslag berust en dat de ontheffing, waarvoor een klemmende grond bestaat, ook voor die zaken geldt. De omstandigheid dat het verzoekster wellicht door eigen toedoen onmogelijk is gemaakt ter zitting te verschijnen, kan niet afdoen aan haar recht op haar ontslagverzoek te worden gehoord. Lees meer…

In een Bopz-zaak leidt overschrijding van de beslistermijn bij een ontslagverzoek niet tot nietigheid van de beslissing

In een Bopz-zaak leidt overschrijding van de beslistermijn bij een ontslagverzoek niet tot nietigheid van de beslissing

HR 30 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW0404

De Wet Bopz bedreigt overschrijding van de beslistermijn van drie weken in geval van  een verzoek om ontslag uit een psychiatrisch ziekenhuis niet uitdrukkelijk met nietigheid. Evenmin kan worden gezegd dat hier sprake is van schending van een zo essentieel procedurevoorschrift dat nietigheid voortvloeit uit de aard van de niet in acht genomen vorm, als bedoeld in art. 79 RO. Lees meer…

Zorgplicht werkgever (art. 7:658 BW) kan ook gelden voor zzp’ers en andere zelfstandigen

Zorgplicht werkgever (art. 7:658 BW) kan ook gelden voor zzp’ers en andere zelfstandigen

HR 23 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV0616 (X/Allspan Barneveld)

De werkgeversaansprakelijkheid van art. 7:658 lid 4 BW geldt niet alleen voor “ingeleende” werknemers, maar kan ook van toepassing zijn wanneer de werkgever in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf gebruik maakt van zzp’ers en andere zelfstandigen. Dit is het geval wanneer de persoon die buiten dienstbetrekking werkzaamheden verricht, voor de zorg voor zijn veiligheid (mede) afhankelijk is van degene voor wie hij die werkzaamheden verricht. Daarnaast is vereist dat de werkzaamheden zijn verricht “in de uitoefening van het beroep of bedrijf” van de opdrachtgever. Voldoende daarvoor is dat de verrichte werkzaamheden feitelijk behoorden tot de bedrijfsuitoefening van de opdrachtgever. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl