Bij dwangbevel kunnen zowel van VvE als van appartementseigenaar kosten van bestuursdwang worden ingevorderd

Bij dwangbevel kunnen zowel van VvE als van appartementseigenaar kosten van bestuursdwang worden ingevorderd

HR 4 mei 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW4812 (X/gemeente ’s-Gravenhage)

Een aanschrijving aan een vereniging van eigenaars (VvE) tot het treffen van voorzieningen aan gemeenschappelijke gedeelten is tevens aan te merken als een aanschrijving aan de, op grond van art. 5:126 lid 2 BW door die vereniging vertegenwoordigde, eigenaars tezamen. Dat brengt mee dat niet alleen de VvE maar ook de appartementseigenaar als overtreder moet worden aangemerkt en dat de kosten in de zin van art. 5:26 lid 1 (oud) Awb ook van hem bij dwangbevel kunnen worden ingevorderd.  Lees meer…

Per 1 juli 2012: prejudiciële vragen aan de Hoge Raad én selectie aan de poort

Per 1 juli 2012: prejudiciële vragen aan de Hoge Raad én selectie aan de poort

Vanaf 1 juli 2012 kunnen rechtbanken en gerechtshoven in bepaalde zaken prejudiciële vragen stellen aan de Hoge Raad. Dan treedt de Wet prejudiciële vragen aan de Hoge Raad in werking. Ook de Wet versterking cassatierechtspraak wordt van kracht. Deze wet introduceert selectie aan de poort en een landelijke civiele cassatiebalie met kwaliteitseisen. Lees meer…

Geen (forfaitaire) begroting van buitengerechtelijke kosten die niet voldoende zijn onderbouwd

Geen (forfaitaire) begroting van buitengerechtelijke kosten die niet voldoende zijn onderbouwd

HR 27 april 2012, LJN BV6690

Wanneer de schuldeiser de gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke kosten (als bedoeld in art. 6:96 lid 2 onder c BW) niet voldoende heeft gespecificeerd, hoeft de rechter niet over te gaan tot een (forfaitaire) begroting van deze kosten of toewijzing van een bedrag dat hij redelijk acht. Ook de (niet-bindende) Aanbeveling II uit het rapport Voor-werk II ontslaat de rechter niet van de beoordeling of de gevorderde buitengerechtelijke kosten in de gegeven omstandigheden redelijk is. Een en ander is niet in strijd met art. 3 van de Richtlijn betalingsachterstanden bij handelstransacties. Lees meer…

Werknemer draagt bewijslast van de stelling dat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is gesloten

Werknemer draagt bewijslast van de stelling dat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is gesloten

HR 27 april 2012, ECLI:NL:HR:2020:BV6939

De werknemer die stelt een arbeidscontract voor onbepaalde tijd te zijn overeengekomen draagt de bewijslast van de juistheid van die stelling. Het hof heeft een onbegrijpelijk oordeel gegeven door te oordelen dat het aanbod van de werknemer om te bewijzen dat tussen partijen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is gesloten, onvoldoende is gespecificeerd. Lees meer…

Derdenonderzoek belastingdienst bij trustkantoor en het (afgeleide) verschoningsrecht

Derdenonderzoek belastingdienst bij trustkantoor en het (afgeleide) verschoningsrecht

HR 27 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV3426 (Tradman Netherlands B.V./Staat en Ontvanger)

Wanneer een trustkantoor informatie moet verstrekken aan de belastingdienst in het kader van een onderzoek naar cliënten van dat kantoor, komt aan het trustkantoor zelf geen verschoningsrecht toe, omdat het trustkantoor geen geheimhouder is in de zin van art. 53a AWR. Lees meer…

Meewegen van persoonlijke omstandigheden bij beoordeling ontslag op staande voet

Meewegen van persoonlijke omstandigheden bij beoordeling ontslag op staande voet

HR 20 april 2012, LJN BV9532 (X/De Bijenkorf)

Bij de beoordeling of de aan een ontslag op staande voet ten grondslag gelegde redenen dringend zijn (in de zin van art. 7:677 lid 1 BW) moeten de persoonlijke omstandigheden van de werknemer worden meegewogen. Een afweging van deze persoonlijke omstandigheden tegen de aard en ernst van de dringende reden kan – ook als de gevolgen van het verlenen van een ontslag op staande voet ingrijpend zijn – tot de slotsom leiden dat een onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is. Lees meer…

Verstrekking strafvorderlijke gegevens aan slachtoffers “Probo Koala” niet onrechtmatig

Verstrekking strafvorderlijke gegevens aan slachtoffers “Probo Koala” niet onrechtmatig

HR 20 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV3436 (Staat/Trafigura)

De verstrekking van strafvorderlijke gegevens is een feitelijke handeling, die door een andere wettelijke grondslag gerechtvaardigd kan worden dan de aanvankelijk door het openbaar ministerie genoemde grondslag. Art. 39f lid 1 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens stelt niet de eis dat de verstrekking van strafvorderlijke gegevens ten behoeve van hulp aan slachtoffers uitsluitend betrekking heeft op strafbare feiten ter zake waarvan een vervolging is ingesteld, terwijl een strafdossier betrekking kan hebben op meer feiten dan waarvoor het openbaar ministerie een vervolging instelt. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl