Prejudiciële vragen: recht op huurprijsvermindering vanwege coronacrisis
HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1974
Hebben huurders van bedrijfsruimten recht op een tijdelijke vermindering van de huurprijs als sprake is van omzetverlies als gevolg van de corona-maatregelen? De Hoge Raad beantwoordt deze vraag in dit arrest bevestigend op basis van de regeling van onvoorziene omstandigheden. Lees meer…
Bewijsvermoedens niet-uitgevoerd verrekenbeding
HR 17 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1922
De bewijsvermoedens van art. 1:136 lid 2 BW en art. 1:141 lid 3 BW brengen mee dat de tot verrekening gerechtigde echtgenoot in beginsel kan volstaan met stellen en aannemelijk maken dat de andere echtgenoot bij het einde van het huwelijk bepaalde vermogensbestanddelen heeft. Het ligt dan op de weg van de andere echtgenoot om te stellen en zo nodig te bewijzen dat het bij het einde van het huwelijk aanwezige vermogen of bepaalde bestandsdelen daarvan niet gevormd is uit wat verrekend had moeten worden. Daartoe mag van die echtgenoot worden verwacht dat hij aanvoert hoe de vermogensbestanddelen in kwestie zijn gefinancierd of verkregen en dat hij zo nodig bescheiden overlegt die dit afdoende onderbouwen. Lees meer…
Cassatievlog #003 Huurkorting in corona-tijd
HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1974
Paul Tanja vertelt over het arrest van de Hoge Raad over huurkorting in corona-tijd. Kan een huurder van bedrijfsruimte huurprijsvermindering krijgen als hij door de coronamaatregelen zijn pand niet meer rendabel kan exploiteren?
Cassatievlog #003 is ook als podcast beschikbaar.
De beëindiging van het huurrecht van een van de medehuurders
HR 24 december 2021 ECLI:NL:HR:2021:1964
Medehuur kan door de rechter steeds worden beëindigd op verzoek van een van de huurders. De beslissing van de rechter op dat verzoek, waarmee de rechter het huurrecht toekent aan een van de huurders, heeft tot gevolg dat het huurrecht van de andere huurder(s) eindigt. Die beslissing heeft ook werking tegenover de verhuurder. Het voorgaande geldt ongeacht de wijze waarop de medehuur is ontstaan. Lees meer…
Cassatievlog #002 | Ex tunc toetsen op onredelijk bezwarende bedingen
HR 17 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1923
Sikke Kingma vertelt over het eerste arrest van de Hoge Raad over de manier van toetsing van onredelijk bezwarende bedingen in het auteurscontractenrecht (artikel 25f Auteurswet). Mag je bij die toetsing ook kijken hoe het beding in de praktijk is uitgevoerd, of moet je je beperken tot de inhoud van het beding, op het moment van contractsluiting?
Cassatievlog #002 is ook als podcast beschikbaar.
Uitoefening van bestuursdwang vereist eerst een schriftelijke aanzegging
HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1984
Bestuursdwang dient te worden voorafgegaan door een schriftelijke aanzegging van bestuursdwang of last tot bestuursdwang. Een fictieve weigering van bezwaarschrift komt geen formele rechtskracht toe, maar dat betekent niet dat het besluit waartegen het bezwaar zich richtte, ter toetsing aan de burgerlijke rechter kan worden voorgelegd. Lees meer…
Bevoegdheid tot kennisneming van verlof tot erkenning en tenuitvoerlegging buitenlands arbitraal vonnis
HR 24 december 2021 ECLI:NL:HR:2021:1990
De Wet modernisering arbitragerecht is ook van toepassing op buitenlandse arbitrages. Op (buitenlandse) arbitrages die op of na 1 januari 2015 aanhangig zijn gemaakt, is het nieuwe arbitragerecht van toepassing en dan is het hof bevoegd om kennis te nemen van een verzoek tot erkenning en tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis. Op arbitrages die vóór 1 januari 2015 aanhangig zijn gemaakt, is het oude arbitragerecht van toepassing en dan is de rechtbank bevoegd om kennis te nemen van een dergelijk verzoek. Lees meer…
Wanneer kan een melding van betalingsonmacht (art. 23 Wet Bpf 2000) achterwege blijven?
HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1976
Het strookt met de strekking van de melding van betalingsonmacht als bedoeld in art. 23 Wet Bpf 2000 om aan te nemen dat een zodanige melding achterwege kan blijven als het bedrijfstakpensioenfonds tijdig op andere wijze op de hoogte is geraakt van de betalingsonmacht van de rechtspersoon en van de omstandigheden die daartoe hebben geleid, en deze wetenschap dusdanig is dat het bedrijfstakpensioenfonds op basis daarvan in staat is zich een redelijk oordeel te vormen over de oorzaken van de betalingsonmacht en zich te beraden op de opstelling die het ten aanzien van de rechtspersoon zal innemen. Lees meer…
Cassatievlog #001 | Openstelling tussentijds beroep tegen een tussenvonnis
HR 17 december 2021 (X / Borger-Odoorn), ECLI:NL:HR:2021:1924
Sikke Kingma vertelt over een kleine maar praktische koerswijziging in de rechtspraak van de Hoge Raad over het openstellen van tussentijds hoger beroep of cassatieberoep tegen een tussenuitspraak. De Hoge Raad kiest voor een uniforme manier van het alsnog openstellen van tussentijds beroep, die altijd een volledige appeltermijn garandeert. Het arrest is ook hier op dit blog besproken.
Cassatievlog #001 is ook als podcast beschikbaar.
Levert het missen van huurgenot ook schade op?
HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1978
Dat verhuurders gedurende een periode toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichting om het huurgenot te verschaffen, brengt niet zonder meer mee dat de door huurder gevorderde schadevergoeding toewijsbaar is. Daarvoor is ook vereist dat voldoende aannemelijk is gemaakt dat huurder door die tekortkoming schade heeft geleden. In het oordeel van het hof ligt besloten dat huurder onvoldoende heeft toegelicht dat de mogelijkheid om het gehuurde in de betreffende periode te gebruiken voor haar nog waarde had. Lees meer…