Airbnb mag bemiddelingskosten aan de huurder rekenen

Airbnb mag bemiddelingskosten aan de huurder rekenen

HR 19 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1725

Airbnb is een bemiddelaar in de zin van art. 7:425 BW. Het verbod van art. 7:417 lid 4 BW om bij zowel de huurder als de verhuurder bemiddelingskosten in rekening te brengen, geldt echter niet voor de verhuur zoals die op het platform van Airbnb plaatsvindt (kortetermijnverhuur voor niet-bewoningsdoeleinden). Airbnb handelt ook niet in strijd met de Richtlijn oneerlijke bedingen of de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken door bij de huurder bemiddelingskosten in rekening te brengen.

Lees meer…

Buitenlandse huwelijkse voorwaarden en onverenigbaarheid met de Nederlandse openbare orde

Buitenlandse huwelijkse voorwaarden en onverenigbaarheid met de Nederlandse openbare orde

HR 19 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1721

Bepalingen uit buitenlandse huwelijkse voorwaarden die huwelijksvermogensrechtelijke aanspraken afhankelijk stellen van welke echtgenoot het verzoek tot echtscheiding heeft ingediend of van welke echtgenoot schuld heeft aan de echtscheiding, kunnen kennelijk onverenigbaar zijn met de Nederlandse openbare orde. Het antwoord op de vraag of een bepaling buiten toepassing moet blijven, hangt af van de omstandigheden van het concrete geval, en in het bijzonder van de mate van betrokkenheid van Nederland bij het geval.

Lees meer…

De overheid moet mededingingsruimte bieden bij de uitgifte van grond

De overheid moet mededingingsruimte bieden bij de uitgifte van grond

HR 26 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1778  (Didam-arrest)

Een overheidslichaam dat een onroerende zaak verkoopt dient de koper te selecteren aan de hand van objectieve, toetsbare en redelijke criteria en moet hierover vooraf informatie bekend maken. Deze mededingingsruimte hoeft niet te worden geboden, indien bij voorbaat vaststaat dat er slechts één serieuze gegadigde is, of indien dit redelijkerwijs mag worden aangenomen. In dat geval moet het overheidslichaam de voorgenomen verkoop zodanig bekend maken dat een ieder daarvan kennis kan nemen. Ook moet de overheid in dat geval motiveren waarom er naar haar oordeel slechts één serieuze gegadigde is.

Lees meer…

Duidelijkheid over wie rechthebbenden zijn op de notariële kwaliteitsrekening

Duidelijkheid over wie rechthebbenden zijn op de notariële kwaliteitsrekening

HR 19 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1720

Rechthebbenden op het saldo van de notariële kwaliteitsrekening zijn diegenen ten behoeve van wie geldbedragen op die kwaliteitsrekening zijn gestort, onder de voorwaarden die gelden in hun onderlinge verhoudingen. Dat kunnen – naast cliënten van de notaris – ook derden zijn, waaronder het Kadaster.

Lees meer…

Prejudiciële vragen: ambtshalve toetsing van informatieplichten uit de Richtlijn consumentenrechten en ambtshalve toepassing van sancties

Prejudiciële vragen: ambtshalve toetsing van informatieplichten uit de Richtlijn consumentenrechten en ambtshalve toepassing van sancties

HR 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1677

Deze prejudiciële beslissing gaat over de vragen of de rechter bij een overeenkomst op afstand of buiten de verkoopruimte ambtshalve moet onderzoeken of is voldaan aan de wettelijke informatieplichten van de handelaar tegenover de consument, en of de rechter ambtshalve een sanctie moet verbinden aan het niet-voldaan zijn aan een of meer van die plichten, en zo ja, welke.

Lees meer…

Niet-ontvankelijkheid in cassatie: een drieluik

Niet-ontvankelijkheid in cassatie: een drieluik

HR 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1673, ECLI:NL:HR:2021:1676; ECLI:NL:HR:2021:1670

Op 12 november 2021 wees de Hoge Raad drie arresten over de ontvankelijkheid van het cassatieberoep als sprake is van een rechtsmiddelenverbod. De vraag is dan of er een beroep is gedaan op een doorbrekingsgrond. Als dat het niet het geval is, is het cassatieberoep niet-ontvankelijk. Wordt wel een beroep gedaan op een doorbrekingsgrond, dan is het cassatieberoep ontvankelijk en beoordeelt de Hoge Raad het beroep op de doorbrekingsgrond inhoudelijk. In dat geval kan nog wel de vraag opkomen binnen welke termijn een dergelijk cassatieberoep moet worden ingesteld, nu de wet uitgaat van een rechtsmiddelenverbod en dus geen regeling over de beroepstermijnen bevat. Daarbij moet worden aangesloten bij de wel in de wet geregelde gevallen.

Lees meer…

Geregistreerde indicatie niet beslissend bij clustering van geneesmiddelen

Geregistreerde indicatie niet beslissend bij clustering van geneesmiddelen

HR 15 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1535

Bij het clusteren van geneesmiddelen en het op basis daarvan vaststellen van een vergoedingslimiet is de minister niet gebonden aan de indicatie waarvoor een geneesmiddel is geregistreerd. Geneesmiddelen met dezelfde werkzame stof kunnen in hetzelfde cluster worden geplaatst, ook al zijn ze voor verschillende indicaties geregistreerd.

Lees meer…

Prejudiciële vragen: slotuitdelingslijst ook vereist voor afwikkeling schuldsaneringsboedel met weinig actief

Prejudiciële vragen: slotuitdelingslijst ook vereist voor afwikkeling schuldsaneringsboedel met weinig actief

HR 24 september 2021, ECLI:NL:HR:2021:1353

Van de wettelijke regeling voor het beëindigen van de toepassing van de schuldsaneringsregeling mag niet worden afgeweken als het boedelactief een beperkte omvang heeft. Ook dan moet een verificatievergadering plaatsvinden en een slotuitdelingslijst worden opgemaakt. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl