Alle berichten met de tag: Rv art. 393 lid 8


Hoge Raad 13 mei 2022 (De wensouders), ECLI:NL:HR:2022:685

Er bestaat onduidelijkheid over de rechtsgevolgen in Nederland bij draagmoederschap in het buitenland, onder meer met betrekking tot het toepasselijk recht en de erkenning van in het buitenland vastgestelde afstemmingsrechtelijke relaties. De rechtbank Den Haag heeft hierover prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad. In dit vlog bespreekt Maartje Möhring het arrest van de Hoge Raad.

Cassatievlog #020 is ook als podcast beschikbaar.

HR 16 maart 2018 ECLI:NL:HR:2018:345

De vragen van de rechtbank hebben alle betrekking op art. 4 lid 1 Wet Conflictenrecht onrechtmatige daad (oud; WCOD (oud)). Nog niet is onherroepelijk beslist dat eiseressen tot cassatie hebben gehandeld in strijd met Europees mededingingsrecht. De rechtbank gaat in afwachting van de uitspraak van het Gerecht van de Europese Unie slechts veronderstellenderwijs ervan uit dat sprake is van een wereldwijd kartel. Dit betekent dat nog niet vast staat dat een antwoord op de gestelde vragen nodig is om op de vorderingen tot schadevergoeding te beslissen. Evenmin is voldaan aan het vereiste dat een antwoord rechtstreeks van belang is voor een veelheid aan vorderingsrechten dan wel talrijke andere geschillen. (meer…)

Cassatieblog.nl