Afstand van vordering wegens niet-handhaving marginverplichting mogelijk
HR 8 februari 2013, LJN BY6313 (Eiser/Staalbankiers)
Een effecteninstelling zal de (eertijds) in art. 28 leden 3 en 4 Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1999 neergelegde voorschriften inzake handhaving van de marginverplichting zelfs moeten naleven indien dat tegen de wens van de cliënt ingaat. De cliënt kan dus geen afstand doen van de bescherming die deze voorschriften hem bieden, maar hij kan wel afstand doen van vorderingen die voor hem voortvloeien uit het feit dat die voorschriften in het verleden jegens hem niet zijn nageleefd. (meer…)
Datum feitelijke verdeling huwelijksgoederengemeenschap niet zonder meer peildatum voor waardering goederen
HR 8 februari 2013, LJN BY4279
(1) Als peildatum voor de waardering van de tot de huwelijksgoederengemeenschap behorende goederen geldt in de regel de datum van de verdeling. In de enkele omstandigheid dat partijen de tot de huwelijksgoederengemeenschap behorende goederen met wederzijdse instemming feitelijk hebben verdeeld, ligt echter nog niet besloten dat zij een verdeling als bedoeld in artikel 3:182 BW zijn overeengekomen.
(2) Met het wettelijk stelsel van art. 6:119 BW is onverenigbaar dat een gewezen echtgenoot, zonder in verzuim te zijn geraakt, zonder meer op aan de maatstaven van redelijkheid en billijkheid ontleende gronden zou zijn gehouden om aan de andere gewezen echtgenoot een rentevergoeding te betalen over een wegens overbedeling verschuldigde geldsom. (meer…)
Instellen van eis sluit stuiting verjaring door schriftelijke aanmaning of mededeling niet uit
HR 8 februari 2013, LJN BX7846 (Van Lanschot/Verweerders)
De omstandigheid dat een eis is ingesteld of bindend advies is gevraagd laat onverlet dat de verjaring van de rechtsvordering tot nakoming van een verbintenis ook kan worden gestuit door een schriftelijke aanmaning of mededeling als bedoeld in art. 3:317 lid 1 BW. Art. 3:316 lid 2 BW moet aldus worden uitgelegd dat het niet (tijdig) instellen van een nieuwe eis of het niet (tijdig) opnieuw vragen van bindend advies niet het intreden van de verjaring meebrengt, maar slechts tot gevolg heeft dat de stuitende werking van de eerder ingestelde eis of het eerdere gedane verzoek komt te vervallen. (meer…)
Onderzoeks- en klachtplicht bij beleggingsadvies
HR 8 februari 2013, LJN BY4600 (Eisers/Rabobank)
(1) De in art. 6:89 BW verankerde onderzoeks- en klachtplicht van de schuldeiser is van toepassing op alle verbintenissen, waaronder ook die uit beleggingsadviesrelaties. De vraag of aan deze onderzoeks- en klachtplicht is voldaan, is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval. Bij die beoordeling is van belang of de schuldenaar nadeel lijdt door het late tijdstip waarop de schuldeiser heeft geklaagd. De tussen het bekend worden van het gebrek en de klacht verstreken tijd vormt weliswaar een belangrijke factor, maar is niet doorslaggevend.
(2) Bij beleggingsadviesrelaties rust ingevolge art. 6:89 BW op de (particuliere) cliënt pas een onderzoeksplicht met betrekking tot de vraag of de bank haar zorgplicht heeft nageleefd, indien de cliënt van die zorgplicht op de hoogte is en gerede aanleiding heeft te veronderstellen dat de bank daarin kan zijn tekortgeschoten. (meer…)
Eliminatieregel bij waardebepaling in onteigeningszaken ook van toepassing bij waardevermeerderende bestemming
HR 8 februari 2013, LJN BY4119 (Ballast Nedam/Staat)
(1) Indien de bestemming van het onteigende destijds in het bestemmingsplan is bepaald met het oog op een concrete (toekomstige) invulling van die bestemming, moet dat bestemmingsplan bij de waardebepaling van het onteigende worden weggedacht. Dat geldt ook indien de te elimineren bestemming van waardevermeerderende invloed is. (2) Art. 50 Ow, waarin de vergoeding van proceskosten in onteigeningsprocedures is geregeld, is niet van toepassing op de cassatieprocedure. (meer…)
Recente berichten
- Geen belang bij cassatie niet-dragend oordeel
- Bananenhandel en bewijsaanbod: wanneer is voldoende gesteld om tot getuigenbewijs te worden toegelaten?
- De gevolgen van het niet naleven van het Didam-arrest
- Cassatievlog #114 | De gevolgen van het handelen in strijd met Didam en de publicatieplicht
- Recht op vergoeding van in buitenland verleende geneeskundige zorg
- Uitleg van onduidelijke werkingssfeerbepaling
- Cassatievlog #113 | Voor inbezitneming van ‘publieke grond’ geldt geen afzonderlijke maatstaf
- WHOA-akkoord kan rechten schuldeisers wel beperken, maar bestaande verplichtingen van schuldeisers niet wijzigen
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (12)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (326)
- Arbeidsrecht (225)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (66)
- Erfrecht (36)
- Europees recht (86)
- Financieel recht (51)
- Goederenrecht (90)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (59)
- Huurrecht (75)
- Huwelijksvermogensrecht (68)
- Insolventierecht (198)
- Intellectuele-eigendomsrecht (114)
- Internationaal privaatrecht (80)
- Internationaal publiekrecht (25)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (102)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (176)
- Pensioenrecht (23)
- Personen- en familierecht (207)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (26)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (134)
- Privacy -AVG (4)
- Proces- en beslagrecht (837)
- Strafrecht (6)
- Verbintenissenrecht (289)
- Vermogensrecht algemeen (85)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (76)
- Wetgeving cassatierechtspraak (13)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (118)