Dossier: Arbeidsrecht


HR 21 januari 2022, ECLI:NL:HR:2022:63

(i) de werkgever handelt niet als goed werkgever indien hij slechts bereid is het ‘Xella-voorstel’ (beëindiging van de arbeidsovereenkomst + transitievergoeding) te aanvaarden op voorwaarde dat de werknemer hem finale kwijting verleent voor mogelijke andere aanspraken.

(ii) Bij de beoordeling van een door de werknemer gedaan verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. Ook bij de beoordeling of de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. (meer…)

HR 14 januari 2022, ECLI:NL:HR:2022:13

 De in art. 7:663 BW genoemde vervaltermijn van een jaar geldt niet voor de aansprakelijkheid van een bestuurder voor achterstallige pensioenpremie op grond van art. 23 Wet Bpf 2000. (meer…)

HR 14 januari 2022, ECLI:NL:HR:2022:13  

Maartje Möhring vertelt in drie minuten over een arrest van de Hoge Raad over de aansprakelijkheid van bestuurders voor achterstallige pensioenpremies. In dat arrest gaat de Hoge Raad – aan de hand van de algemene regels uit Boek 6 BW – in op de vraag of de aansprakelijkheid van de bestuurder afhankelijk is van de aansprakelijkheid van de rechtspersoon.

 

Cassatievlog #004 is ook als podcast beschikbaar.

HR 21 mei 2021, ECLI:NL:HR:2021:747

Het hof heeft de werknemer ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot vernietiging van het ontslag op staande voet. Anders dan het hof heeft geoordeeld, is dit verzoek tijdig gedaan.  (meer…)

HR 28 mei 2021, ECLI:NL:HR:2021:781

Voor een ontslag op de e-grond is niet vereist dat dit het laatste redmiddel is, in die zin dat een ontslag alleen mogelijk zou zijn als de werkgever met minder ingrijpende middelen niet kan volstaan. Voor een dergelijke opvatting biedt noch de tekst van de wet, noch de wetsgeschiedenis een aanknopingspunt. (meer…)

HR 16 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:596

In deze zaak herhaalt de Hoge Raad de maatstaf die geldt bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een dringende reden voor een ontslag op staande voet. Het hof heeft die maatstaf miskend, door een voor de beoordeling van aard en ernst van de dringende reden relevante omstandigheid niet bij zijn beslissing te betrekken. (meer…)

Cassatieblog.nl