Dossier: Arbeidsrecht


HR 2 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1813

Deze zaak draait om een werkneemster die aansprakelijk is gesteld voor schade toegebracht aan een bedrijf dat is gelieerd aan haar werkgever. De Hoge Raad oordeelt dat de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel van art. 7:661 lid 1 BW ook geldt in de rechtsverhouding tussen een werknemer en vennootschappen bij wie deze niet in dienst is, maar die wel gelieerd zijn aan zijn werkgever en waarvoor hij bovendien af en toe werkzaamheden verricht. Daarnaast oordeelt de Hoge Raad dat het hof niet afdoende heeft gemotiveerd dat de stellingen van de werkgever ter onderbouwing van de vordering onvoldoende concreet zijn. Ten slotte heeft het hof het bewijsaanbod van de werkgever op onjuiste en ontoereikende gronden verworpen. (meer…)

HR 18 november ECLI:NL:HR:2022:1702

Dat de “home base” in de zin van bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 3922/91 op verzoek van de piloot kon worden gewijzigd, heeft het hof niet hoeven weerhouden van zijn oordeel omtrent de plaats “van waaruit” de piloot het belangrijkste deel van zijn verplichtingen jegens NetJets vervulde.

(meer…)

 

HR 11 november 2022 ECLI:NL:HR:2022:1575 (de werkneemster / Ammeraal)
HR 11 november 2022 ECLI:NL:HR:2022:1576 (de werknemer / ESD)

Afgelopen vrijdag 11 november heeft de Hoge Raad twee belangrijke uitspraken gewezen over (i) de personele en (ii) de temporele reikwijdte van de Xella-norm. De Hoge Raad heeft beslist dat deze norm (i) ook geldt ten aanzien van de zogeheten ‘diepslapers’ en ‘semi-diepslapers’ en (ii) alleen geldt voor voorstellen die zijn gedaan op of na 20 juli 2018. In dit vlog bespreekt Berend-Bram Heinen deze twee uitspraken.

Cassatievlog #037 is ook als podcast beschikbaar.

HR 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1402

Van inmenging in de vrijheid van meningsuiting is niet alleen sprake bij een verbod op een uiting, maar ook indien aan de uiting sancties van bijvoorbeeld arbeidsrechtelijke aard worden verbonden, waartoe een verzoek in rechte tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst kan worden gerekend. Wel moet sprake zijn van een causaal verband tussen de uiting en het ontbindingsverzoek (de sanctie). Bij de beoordeling of dat het geval is, moet worden gelet op het geheel van gebeurtenissen vanaf de uiting tot aan het opleggen van de sanctie, in hun onderlinge samenhang. (meer…)

HR 7 oktober 2022 ECLI:NL:HR:2022:1374 (Maxs NL B.V. / werknemer)

In dit vlog bespreekt Ruben de Graaff een arrest van de Hoge Raad over de aanzegvergoeding. Dat is de vergoeding die de werkgever moet betalen als hij de werknemer niet (tijdig) schriftelijk informeert over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Wat nu als de werknemer hierover tijdig mondeling is geïnformeerd en daarvan geen nadeel heeft ondervonden? Moet de werkgever ook dan de aanzegvergoeding betalen?

 

Cassatievlog #034 is ook als podcast beschikbaar.

HR 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1374

De werkgever is de aanzegvergoeding steeds verschuldigd als hij zijn werknemer niet schriftelijk heeft medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet zal worden voortgezet. Dit geldt ook als dit laatste voor de werknemer langs andere weg duidelijk was of de werknemer geen nadeel heeft geleden door het niet naleven van deze schriftelijkheidseis. (meer…)

Cassatieblog.nl