Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 11 mei 2012,  ECLI:NL:HR:2012:BV9966

De verwerping van een verweer dat door de in eerste aanleg in het gelijk gestelde partij in de vorm van een incidenteel appel onder de aandacht van het hof wordt gebracht, leidt niet tot een kostenveroordeling in het incidentele beroep. Dit geldt zowel voor in eerste aanleg gevoerde verweren, als voor nieuwe verweren in appel. (meer…)

HR 27 april 2012, ECLI:NL:HR:2020:BV6939

De werknemer die stelt een arbeidscontract voor onbepaalde tijd te zijn overeengekomen draagt de bewijslast van de juistheid van die stelling. Het hof heeft een onbegrijpelijk oordeel gegeven door te oordelen dat het aanbod van de werknemer om te bewijzen dat tussen partijen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is gesloten, onvoldoende is gespecificeerd. (meer…)

HR 27 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV3426 (Tradman Netherlands B.V./Staat en Ontvanger)

Wanneer een trustkantoor informatie moet verstrekken aan de belastingdienst in het kader van een onderzoek naar cliënten van dat kantoor, komt aan het trustkantoor zelf geen verschoningsrecht toe, omdat het trustkantoor geen geheimhouder is in de zin van art. 53a AWR. (meer…)

HR 13 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV2629 (X/mr. Tiethof q.q.)

Indien de bij een rechtshandeling betrokken partijen berusten in de buitengerechtelijke vernietiging daarvan, geldt ten opzichte van een derde het vermoeden dat deze vernietigingsverklaring effect heeft gehad. Het ligt op de weg van de derde om dit vermoeden te ontzenuwen. Derdenbeslag onder de schuldenaar ten laste van zijn schuldeiser levert in beginsel schuldeisersverzuim op. Was de schuldenaar ten tijde van de beslaglegging reeds in verzuim, dan ligt het echter op zijn weg om aan te tonen dat hij wel in staat en bereid was zijn verbintenis te voldoen, maar daartoe uitsluitend door het derdenbeslag werd verhinderd. (meer…)

HR 13 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW1999 (Stichting Mothers of Srebrenica c.s./Staat en Verenigde Naties)

De immuniteit die aan de Verenigde Naties (VN) is verleend, is absoluut. Het handhaven daarvan behoort tot de verplichtingen van de leden van de VN die ingevolge art. 103 van het VN-Handvest in geval van strijdigheid voorrang hebben boven verplichtingen krachtens andere internationale overeenkomsten. Uit de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof (IGH) van 3 februari 2012 volgt dat ook de bijzondere ernst van de verwijten die in dit geval aan de VN worden gemaakt (te weten het niet voorkomen van de genocide die na de val van de enclave Srebrenica door de Bosnische Serviërs is gepleegd), niet kan meebrengen dat aan de VN in deze procedure geen immuniteit toekomt. (meer…)

HR 13 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV5549 (Palu di Mangel/Korpodeko)

Een onjuiste beslissing ten aanzien van de vraag of het griffierecht tijdig is betaald, is geen fout die zich leent voor eenvoudig herstel in de zin van art. 66 Rv Curaçao (art. 31 Rv NL).  (meer…)

Cassatieblog.nl