Selecteer een pagina

Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 22 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:721

Ingevolge art. 4:198 BW oefenen de erfgenamen hun bevoegdheden als vereffenaars van de beneficiair aanvaarde nalatenschap in beginsel slechts gezamenlijk uit. Dit brengt echter niet mee dat in het geval één van de vereffenaars de gezamenlijke vereffenaars in rechte betrekt, deze ook zichzelf, als mede-vereffenaar, zou moeten dagvaarden. (meer…)

HR 15 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:666 (Astellas/Synthos)

Het ontbreken van spoedeisend belang kon de aanhouding van de beslissing omtrent de proceskostenveroordeling in eerste aanleg, in afwachting van de uitkomst van de bodemprocedure, niet rechtvaardigen, mede gelet op de onbepaalde en mogelijk (zeer) lange duur van die aanhouding. (meer…)

HR 1 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:542 (Duck /verweerder)

De betekening van het vonnis aan de wederpartij ter inleiding van de executie is in beginsel voldoende om aan te nemen dat sprake is van dreiging met executie. Door die betekening geeft de executant immers te kennen nakoming van het vonnis te verlangen. (meer…)

HR 15 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:661

De regel dat de appelrechter in kort geding moet beoordelen of de eisende partij ten tijde van het hof-arrest (nog) een spoedeisend belang heeft, ziet alleen op de met betrekking tot het geschil van partijen verlangde voorzieningen en niet (mede) op de proceskostenveroordeling. (meer…)

HR 15 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:667 (Eiser c.s./ABC Wonen)

In het geval aan een veroordeling tot medewerking aan de levering van onroerende zaken de verplichting tot betaling van de koopsom is gekoppeld, is geen sprake van een situatie waarin betaling van de koopsom ook kan worden bewerkstelligd door rechtstreekse executie. In een dergelijke situatie geldt het dwangsomverbod van art. 611a lid 1 Rv dan ook niet. (meer…)

Cassatieblog.nl