Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 20 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:396

Bij de vordering tot opheffing van een dwangsom op grond van art. 611d Rv gaat het erom of de veroordeelde redelijkerwijze al het mogelijke heeft gedaan om aan de hoofdveroordeling te voldoen. Daarbij is herstel in oude toestand niet reeds onmogelijk indien additionele voorzieningen ter voorkoming van schade noodzakelijk zijn. (meer…)

HR 13 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:310 (Oracle/Westinvest)

De Hoge Raad geeft een overzicht van de mogelijkheden tot “kantoorbetekening” (art. 63 Rv) in gevallen waarin de Betekeningsverordening dan wel het Haags Betekeningsverdrag van toepassing zijn, en de daarbij in acht te nemen dagvaardingstermijn (art. 115 Rv). (meer…)

HR 31 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:113

In de situatie waarin de veroordeling tot betaling van de koopsom van een pand pas kan worden geëxecuteerd nadat het pand is teruggeleverd, terwijl voor dat laatste de medewerking van de wederpartij is vereist, is geen sprake van een situatie waarin de geldsom ook met behulp van gewone executiemiddelen kan worden verkregen. In die situatie geldt het ‘dwangsomverbod’ van art. 611a lid 1 Rv dus niet. (meer…)

HR 6 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:248

1. Artikel 3:71 lid 2 BW is niet van toepassing op de verhouding tussen een procespartij en diens tussenpersoon. 2. Een mogelijke tekortkoming van de interne, administratieve organisatie van het Hof dient voor de beoordeling geen verschil te maken.  (meer…)

HR 6 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:233 (CAK / Verweerder)

Een bestuursorgaan kan een vordering tot betaling van bestuursrechtelijke geldschulden instellen bij zowel de burgerlijke rechter als de bestuursrechter. De inwerkingtreding van de vierde tranche van de Awb brengt niet mee dat de bestuursrechter in dit verband exclusief bevoegd is geworden, nu artikel 4:124 Awb bepaalt dat een bestuursorgaan ten aanzien van de invordering van bestuursrechtelijke geldschulden ook beschikt over de bevoegdheden die een schuldeiser heeft op grond van het privaatrecht. (meer…)

land HR 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:183 (X c.s./gemeente Peel en Maas)

Bij een cassatieberoep dat is gericht tegen de afwijzing van een vordering tot tussenkomst in een onteigeningsprocedure, dienen alle partijen te worden opgeroepen. Gegrondbevinding van het cassatieberoep kan er na verwijzing immers toe leiden dat het verweer tegen de gevorderde onteigening van degenen die tussen willen komen doel treft. Het vonnis waarbij de onteigening is uitgesproken, heeft hierdoor nog geen kracht van gewijsde gekregen.  (meer…)

Cassatieblog.nl