Selecteer een pagina

Dossier: Proces- en beslagrecht


HR (Belastingkamer) 14 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3041

Tegen de beslissing op een wrakingsverzoek staat geen rechtsmiddel open (art. 8:18 lid 5 Awb en art. 39 lid 56 Rv). Dit neemt niet weg dat een procespartij, ook indien tevergeefs een wrakingsverzoek is ingediend, na aanwending van een rechtsmiddel tegen de einduitspraak in de procedure ten gronde, de vermeende onpartijdigheid aan de orde kan stellen in het kader van een klacht over schending van het fundamentele recht op behandeling van de zaak door een onpartijdige rechter. Vergelijk HR 16 januari 2009, ECLI:NL:HR:2009:BG4012. (meer…)

HR 14 november 2014, ECLI:NL: HR:2014:3240 (Allianz Belgium N.V./X)

Uit art. 3:316 BW volgt dat het instellen van een eis in rechte slechts dan geen stuitende werking heeft, indien zij niet tot toewijzing leidt en het geding door het in kracht van gewijsde gaan van een uitspraak of op andere wijze is geëindigd (zonder dat binnen een termijn van zes maanden een nieuwe eis is ingesteld die tot toewijzing leidt). Het “op andere wijze” eindigen van de procedure wordt niet bewerkstelligd door een enkele doorhaling op de rol. (meer…)

Super de boerHR 14 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3241 (X/Jumbo Groep Holding B.V.)

Art. 27a Auteurswet heeft betrekking op afdracht van daadwerkelijk genoten winst. Als de inbreukmaker geen rekening en verantwoording aflegt omdat hij de daarvoor benodigde bewijzen niet heeft bewaard, kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht. Dat houdt niet per se in dat de maximaal mogelijk behaalde winst in aanmerking wordt genomen. (meer…)

HR 31 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:3068 (Cassatie in het belang der wet)

De jaarlijkse uitbetaling van het vakantiegeld is slechts geheel voor beslag vatbaar indien het maandelijkse inkomen in de maanden waarin het vakantiegeld werd opgebouwd, steeds boven de beslagvrije voet uitkwam. (meer…)

HR 31 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:3075 

Een procespartij dient (ook in hoger beroep) tot getuigenbewijs te worden toegelaten indien zij een voldoende specifiek bewijs aanbiedt van feiten die tot beslissing van de zaak kunnen leiden. Het oordeel van het hof dat eiseres een onvoldoende specifiek en/of relevant bewijsaanbod heeft gedaan, is onbegrijpelijk omdat uit het partijdebat duidelijk blijkt op welke stelling het aanbod om “betrokkene 3” als getuige te horen betrekking had. (meer…)

Cassatieblog.nl