Selecteer een pagina

Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 9 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:36 (Universal Music International Holding/verweerders)

De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen over het begrip “plaats waar het schadetoebrengende feit zich heeft voorgedaan” (art. 5 lid 3 EEX-Vo) in het geval waarin in het “Erfolgsort” (plaats waar schade intreedt) uitsluitend vermogensschade is geleden en die schade het rechtstreekse gevolg is van onrechtmatig handelen in het “Handlungsort” (plaats van schadetoebrengende handeling).  (meer…)

HR 19 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3654 (Eiser/Achmea)

Indien een op verzoek van een partij of op gezamenlijk verzoek van partijen uitgebracht deskundigenrapport in het geding is gebracht, is het aan de rechter om te beoordelen welke waarde daaraan moet worden toegekend (art. 152 lid 2 Rv). Het staat de rechter vrij om bij zijn beoordeling van het geschil een dergelijk rapport tot uitgangspunt te nemen, ook als in het partijdebat bezwaren zijn geuit tegen de wijze van totstandkoming of de inhoud daarvan. (meer…)

HR 19 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3663

Ook indien is verzocht om voortzetting van de inbewaringstelling krachtens de Wet Bopz geldt dat, indien de raadsman terugtreedt omdat zijn cliënt te kennen geeft niet meer door hem te willen worden bijgestaan, de rechter dient te onderzoeken of de betrokkene toevoeging van een andere raadsman wenst, en dat de rechter in zijn beschikking van het resultaat van dit onderzoek dient te doen blijken. (meer…)

HR 5 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3533 (Cassatie in het belang der wet)

Ook tijdens een verzoekschriftprocedure kan iedere partij verzoeken dat de rechter een voorlopige voorziening treft voor de duur van het geding. Tegen de beschikking waarin dit verzoek wordt toegestaan of afgewezen, kan hoger beroep of cassatieberoep worden ingesteld voordat de eindbeschikking is gewezen. In verzoekschriftprocedures vinden art. 223, 337 lid 1 en 401a lid 1 Rv dus analoge toepassing. (meer…)

HR 5 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3536 (Verzoeker/TSB)

De Hoge Raad beantwoordt een prejudiciële vraag over de bevoegde rechter ter zake van een verzoek om herroeping van een niet-appellabele beschikking, waartegen in appel tevergeefs met een beroep op de doorbrekingsjurisprudentie is opgekomen. Als de beoordeling in hoger beroep beperkt is gebleven tot een ontkennende beantwoording van de vraag of zich een doorbrekingsgrond voordoet, is de rechter in eerste aanleg de bevoegde rechter in de zin van art. 384 Rv. (meer…)

kindHR 5 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3535

Het in art. 6 lid 1 EVRM voor een ieder, dus ook voor minderjarigen, gewaarborgde recht op toegang tot de rechter brengt mee dat het recht om te worden gehoord effectief dient te kunnen worden uitgeoefend. Noch uit art. 6 lid 1 EVRM, noch uit art. 12 IVRK of enige andere, Nederland bindende internationale regeling, vloeit voort dat van een effectieve uitoefening van bedoeld recht slechts sprake kan zijn indien de minderjarige zonder tussenkomst van een (wettelijk) vertegenwoordiger kennis kan nemen van alle gedingstukken in de procedure waarin hij of zij wordt gehoord. (meer…)

Cassatieblog.nl