Selecteer een pagina
Appelrechter niet verplicht tot treffen voorziening bij veroordeling tot herstel arbeidsovereenkomst

Appelrechter niet verplicht tot treffen voorziening bij veroordeling tot herstel arbeidsovereenkomst

HR 22 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3241

De appelrechter die oordeelt dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ten onrechte heeft ontbonden en de werkgever veroordeelt de arbeidsovereenkomst te herstellen moet, als daarbij een periode van onderbreking van die overeenkomst optreedt, op grond van 7:682 lid 6 BW beslissen of daarvoor een voorziening moet worden getroffen en, zo ja, welke. De rechter mag het treffen van een voorziening niet alleen dan achterwege laten, indien het treffen daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Lees meer…

Wanneer kan een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor worden afgewezen?

Wanneer kan een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor worden afgewezen?

HR 22 december 2017,ECLI:NL:HR:2017:3250 (Bencis/Van Oord)

Een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor kan worden afgewezen als: – van de bevoegdheid tot het bezigen van dit middel misbruik wordt gemaakt wordt gemaakt (art. 3:13 BW);
– het verzoek strijdig is met een goede procesorde, of
– het verzoek afstuit op een ander, door de rechter zwaarwichtig geoordeeld bezwaar.
Voorts bestaat geen bevoegdheid tot het verzoeken van een voorlopig getuigenverhoor indien de verzoeker bij toewijzing daarvan onvoldoende belang heeft (art. 3:303 BW).  Lees meer…

Beroepstermijn bij doorbreking rechtsmiddelenverbod art. 282 Fw

Beroepstermijn bij doorbreking rechtsmiddelenverbod art. 282 Fw

HR 8 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3110 

Beslissingen van een rechter-commissaris als bedoeld in art. 267 Fw en art. 268a Fw vallen onder het rechtsmiddelenverbod van art. 282 Fw. Dit rechtsmiddelenverbod kan worden doorbroken op een van de in de rechtspraak ontwikkelde doorbrekingsgronden. In beginsel geldt dan de termijn die voor het instellen van het rechtsmiddel zou gelden als er geen rechtsmiddelenverbod van toepassing zou zijn. In gevallen waarin Titel II Fw in rechtsmiddelen voorziet, is de termijn acht dagen voor het instellen van hoger beroep, en acht dagen voor het instellen van cassatieberoep. Een rechtsmiddel waarmee doorbreking van het rechtsmiddelenverbod uit art. 282 Fw wordt beoogd moet dan ook binnen 8 dagen worden ingesteld. Lees meer…

Ruime strekking begrip “rechtsfeit” bij alternatieve bevoegdheidsgrond art. 6, aanhef en sub 3, EEX-Vo

Ruime strekking begrip “rechtsfeit” bij alternatieve bevoegdheidsgrond art. 6, aanhef en sub 3, EEX-Vo

HR 8 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3105

Art. 6, aanhef en sub 3, EEX-Vo (thans: art. 8, aanhef en sub 3, EEX-Vo (nieuw)) bepaalt dat een verweerder ten aanzien van een tegenvordering die voortspruit uit de overeenkomst of het rechtsfeit waarop de oorspronkelijke vordering is gegrond, ook kan worden opgeroepen voor het gerecht waar de oorspronkelijke vordering aanhangig is. De term “rechtsfeit” heeft een ruime strekking, zodat de alternatieve bevoegdheidsgrond van toepassing is als de reconventionele vordering voortspruit uit de overeenkomst of het feitencomplex waarop de conventionele vordering is gegrond. Lees meer…

Werkgeversaansprakelijkheid bij vrijwilligerswerk en bevoegdheid hof in procedure ten principale om bij vernietiging deelgeschilbeschikking zaak aan zich te houden

Werkgeversaansprakelijkheid bij vrijwilligerswerk en bevoegdheid hof in procedure ten principale om bij vernietiging deelgeschilbeschikking zaak aan zich te houden

HR 15 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3142

(i) ook bij vernietiging van een deelgeschilbeschikking heeft het hof in de procedure ten principale de bevoegdheid de zaak aan zich te houden en op de hoofdzaak te beslissen (art. 356 Rv). In dat geval is het arrest van het hof in het hoger beroep tegen de deelgeschilbeschikking een einduitspraak, zodat daartegen cassatieberoep openstaat zonder dat verlof is vereist;
(ii) vrijwilligerswerk is niet uitgesloten van het beschermingsbereik van art. 7:658 lid 4 BW. Lees meer…

Beroepstermijn bij doorbreking rechtsmiddelenverbod art. 282 Fw

Koninkrijk niet één rechtsgebied bij erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse rechterlijke of arbitrale uitspraken

HR 8 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3104 (Sonera/Çukurova)

Artikel 40 van het Statuut voor het Koninkrijk ziet niet op het verlof tot tenuitvoerlegging van een buitenlandse rechterlijke of arbitrale beslissing, dat door een rechter in een land van het Koninkrijk is verleend op de voet van een erkennings- en tenuitvoerleggingsverdrag. Dit geldt ongeacht of een zodanig verdrag tevens voor andere landen van het Koninkrijk in werking is getreden. Een zodanig verlof strekt zich slechts uit tot het desbetreffende land binnen het Koninkrijk, tenzij de wet van een ander land van het Koninkrijk anders bepaalt. Lees meer…

Vanaf 2018 verplichting tot ambtshalve onderzoek immuniteit van jurisdictie bij verstek vreemde staat

Vanaf 2018 verplichting tot ambtshalve onderzoek immuniteit van jurisdictie bij verstek vreemde staat

HR 1 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3054 (Irak c.s. / verweerster)

De Hoge Raad komt in dit arrest in zoverre terug van zijn eerdere rechtspraak, dat de Nederlandse rechter nu (wel) ambtshalve onderzoek dient te verrichten naar de immuniteit van jurisdictie van een niet in rechte verschijnende vreemde staat, dan wel internationale organisatie. Die verplichting geldt, met oog op de eisen van rechtszekerheid en hanteerbaarheid van het recht, slechts in zaken die na 1 januari 2018 bij de Nederlandse rechter aanhangig worden gemaakt. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl