WSNP: Tussentijdse beëindiging. Ontbreken mondelinge behandeling
HR 27 januari 2016, ECLI:NL:HR:2017:111
Indien feiten en omstandigheden op grond waarvan tussentijdse beëindiging op grond van art. 350 lid 3 aanhef en onder f Fw heeft plaatsgevonden, reeds in stukken aan de rechtbank zijn voorgelegd, moet ervan worden uitgegaan dat die feiten en omstandigheden in die uitspraak zijn verdisconteerd. Dit wordt niet anders door de omstandigheid dat er bij de rechtbank geen mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden. Lees meer…
Burgerlijke rechter niet bevoegd ter zake van beslissingen over oplegging alcoholslotprogramma
HR 20 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:58 (CBR/verweerders)
De beslissingen van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) op grond van de Wegenverkeerswet 1994 en het Reglement rijbewijzen over (onder meer) het opleggen van een alcoholslotprogramma leveren een besluit op als bedoeld in de Awb, waarvan op grond van die wet bezwaar en beroep openstaan. De burgerlijke rechter dient degene die bij hem opkomt tegen dergelijke beslissingen dan ook niet-ontvankelijk te verklaren, tenzij de rechtsbescherming terzake bij de bestuursrechter tekortschiet. Lees meer…
WSNP: schending schuldsaneringsverplichtingen door nalatigheid bewindvoerder
HR 27 januari 2016, ECLI:NL:HR:2017:110
Tekortkomingen in de nakoming van de schuldsaneringsverplichtingen kunnen niet zonder meer aan de schuldenaar worden toegerekend indien een bewindvoerder haar verplichting om het aanvragen van een beschermingsbewind ‘nauwgezet te monitoren’ niet is nagekomen. Lees meer…
Thuiskopieheffing compenseert niet voor schade door illegale downloads
HR 20 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:59 (Aci Adam c.s. / Stichting de Thuiskopie c.s.)
De thuiskopieheffing is niet bedoeld om het nadeel te compenseren van kopieën uit illegale bron. Lees meer…
Europese Octrooi Organisatie kan zich voor de Nederlandse rechter beroepen op immuniteit van jurisdictie
HR 20 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:56 (X/EOO) en ECLI:NL:HR:2017:57 (EOO en Staat/VEOB en SUEPO)
De Europese Octrooi Organisatie (EOO) kan zich beroepen op immuniteit van jurisdictie in een geschil met een werkneemster en een geschil met vakbonden. De alternatieve rechtsgang die voor werknemers van EOO ter beschikking staat – een interne procedure bij de International Labour Organisation Administrative Tribunal (ILOAT) – vormt een toereikend alternatief, zodat het beroep van EOO op haar immuniteit niet disproportioneel is. Lees meer…
Geen doorbreking appelverbod indien cassatieberoep openstaat
HR 27 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:112 (ING/Verweerders)
Tegen een beschikking van de rechter-commissaris op een verzoek tot verdeling van de executieopbrengst (art. 483 Rv) staat geen hoger beroep open (art. 490d Rv), maar wel cassatieberoep (art. 78 lid 1 RO jo. 398 sub 1 Rv). Het door verweerders op grond van de doorbrekingsgronden ingestelde hoger beroep was daarom niet-ontvankelijk. Lees meer…
Wet Bopz: verzoek om contra-expertise ten onrechte afgewezen
HR 27 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:108
De rechter kan niet alleen een onderzoek door een deskundige bevelen over de vraag of bij betrokkene sprake is van een stoornis van de geestesvermogens, maar ook (onder meer) over de vragen of deze stoornis betrokkene gevaar doet veroorzaken en of het gevaar door tussenkomst van personen of instellingen buiten het psychiatrisch ziekenhuis kan worden afgewend (art. 48, lid 1 sub a Wet Bopz). Lees meer…
Per 1 maart 2017 digitaal procederen bij de Hoge Raad
Per 1 maart 2017 wordt in vorderingszaken in cassatie digitaal geprocedeerd. De Hoge Raad loopt voorop met de invoering van verplicht digitaal procederen. Lees meer…
Openbaar pandhouder bevoegd tot aanvraag faillissement panddebiteur
HR 9 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2833
Een houder van een openbaar pandrecht op een vordering kan vanaf het moment dat het pandrecht aan de schuldenaar van de vordering is medegedeeld, worden aangemerkt als schuldeiser in de zin van art. 1 lid 1 Fw. Dit betekent dat de pandhouder bevoegd is het faillissement van de schuldenaar aan te vragen. Lees meer…
HvJEU-maatstaf voor “in het verkeer brengen” bij productaansprakelijkheid geldt ook bij onrechtmatigedaadsactie wegens een gebrekkig product
HR 13 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:32
(i) Volgens vaste rechtspraak moet in het kader van een onrechtmatigedaadsactie (art. 6:162 BW) wegens een gebrekkig product worden onderzocht of de producent een product in het verkeer heeft gebracht dat schade veroorzaakt bij normaal gebruik voor het doel waarvoor het is bestemd (HR 22 september 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7239, NJ 2000/644).(ii) Ten aanzien van het “in het verkeer brengen” moet – in geval van een onrechtmatigedaadsactie – worden aangesloten bij de maatstaf voor productaansprakelijkheid van HvJEU 9 februari 2006, ECLI:EU:C:2006:93, NJ 2006/401 (O’Byrne/Sanofi), op grond waarvan een product in het verkeer is gebracht wanneer dit product het productieproces heeft verlaten en is opgenomen in het verkoopproces in een vorm waarin het aan het publiek wordt aangeboden voor gebruik of consumptie. Lees meer…