Rechtsbijstand door raadsman bij politieverhoor
HR 13 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2068 (NVSA c.s. / Staat der Nederlanden ; de Raad voor rechtsbijstand)
Beantwoording prejudiciële vragen. 1. In zijn algemeenheid kan niet worden gezegd dat de in de Beleidsbrief OM vervatte regeling strijdig is met het arrest van de Hoge Raad van 22 december 2015. 2. Noch uit art. 5 EVRM, noch uit enige andere geldende rechtsregel vloeit voort dat een raadsman die tijdens het politieverhoor rechtsbijstand verleent aan een verdachte, in staat moet worden gesteld tijdens een verhoor vragen te stellen of opmerkingen te maken of de verdachte ten aanzien van specifieke vragen te adviseren zich al dan niet op zijn zwijgrecht te beroepen, zolang beperkingen dienaangaande niet zodanig zijn dat het recht op rechtsbijstand tijdens het verhoor illusoir is. Lees meer…
Wet Bopz: maximale duur voor deskundigenonderzoek is twee maanden
HR 2 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2016
De behandeling ter zitting met het oog op het doen verrichten van een deskundigenonderzoek mag niet langer worden aangehouden dan naar verwachting nodig is voor het verkrijgen van een deskundigenbericht, en in geen geval langer dan twee maanden. Lees meer…
Ongedaanmakingsvordering in cassatie alleen toewijsbaar als de Hoge Raad de zaak zelf afdoet
HR 2 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2013
In cassatie is alleen plaats voor een veroordeling tot terugbetaling van datgene waartoe een partij in de bestreden uitspraak is veroordeeld, als de Hoge Raad die uitspraak vernietigt en zelf, op de voet van art. 420 Rv, het geding afdoet door de in die uitspraak toegewezen vordering alsnog af te wijzen. Lees meer…
Bijstandsverhaal na 1 januari 2015 en berusting ex artikel 400 Rv
HR 10 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1138
De aan een ouder verstrekte bijstand heeft ook in het tijdvak vanaf 1 januari 2015 mede betrekking op de kosten van levensonderhoud van de minderjarige kinderen die tot diens huishouding behoren. De uitkeringverstrekkende instantie is derhalve gerechtigd om de kosten van die bijstand op de voet van artikel 62, aanhef en onder a, Pw te verhalen op degene die onderhoudsplichtig is voor de kinderen. Berusting ex artikel 400 Rv in relatie tot mededelingen afkomstig van een overheidsinstelling. Lees meer…
Gerechtelijke grensbepaling pas toepasselijk indien geen van beide partijen kan bewijzen waar de erfgrens loopt
HR 8 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1438
Voor een rechterlijke grensbepaling, zoals neergelegd in artikel 5:47 BW, is plaats indien geen van de partijen zich beroept op een bepaalde loop van de grens of, voor zover wel van zo’n beroep sprake is, de gestelde loop van de grens niet kan worden bewezen. Lees meer…
Betekening aan de Ontvanger in persoon
HR 12 augustus 2016, ECLI:NL:HR:2016:1928 (Continental c.s. / Ontvanger)
Aan de Ontvanger kunnen geen exploten worden betekend langs de weg van art. 49 Rv, welke bepaling zich ook niet leent voor toepassing bij analogie. Ten aanzien van de Ontvanger kan slechts sprake zijn van betekening in persoon (art. 143 lid 2 Rv) indien afschrift van het exploot wordt gelaten aan de daartoe aangewezen functionaris (of aan de waarnemend Ontvanger) persoonlijk. Lees meer…
Opvolgend advocaat is niet medeaansprakelijk voor voldoening griffierecht
HR 12 augustus 2016, ECLI:NL:HR:2016:1926
Griffierecht wordt verschuldigd op de eerste roldatum of bij de eerste uitroeping van een zaak. Op grond van art. 28 Wet griffierechten burgerlijke zaken is de advocaat medeaansprakelijk voor de betaling van het griffierecht. Deze medeaansprakelijkheid rust alleen op de advocaat die de partij bijstaat op het moment dat de proceshandeling wordt verricht waardoor het griffierecht wordt verschuldigd, en niet op een advocaat die de partij later in dat geschil bijstaat. Lees meer…
Nietige exploitatieovereenkomsten: vergoeding waarde van de prestatie
HR 8 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1441
(i) Op ongedaanmaking van infrastructurele werkzaamheden die de Gemeente ter uitvoering van nietige – want in strijd met de gemeentelijke exploitatieverordening, art. 42 WRO (oud) – exploitatieovereenkomsten heeft verricht, zijn de ‘Warmond-jurisprudentie’ en art. 6:210 lid 2 BW van toepassing.
(ii) Het hof heeft ten onrechte niet onderzocht of de toegewezen bedragen hoger lagen dan de marktwaarde die de door de Gemeente verrichte prestaties ten tijde van de ontvangst daarvan voor de percelen van eiser X hadden. Lees meer…
Verkrijger onder eigendomsvoorbehoud kan beschikken over voorwaardelijke eigendom
HR 3 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1046 (Rabobank/Reuser)
De verkrijger onder eigendomsvoorbehoud heeft – voordat betaling heeft plaatsgevonden – reeds een voorwaardelijk eigendomsrecht. Over dit recht kan hij ook beschikken: hij kan het vervreemden en hij kan er een beperkt recht op vestigen. In geval van vestiging van een pandrecht op de voorwaardelijke eigendom, komt het pandrecht – nadat de voorwaarde door betaling in vervulling is gegaan – van rechtswege op de zaak te rusten. Lees meer…
Directe schade of voordeelstoerekening? – bij een doorberekeningsverweer is de keuze aan de rechter
HR 8 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1483 (TenneT c.s. / ABB c.s.)
Bij de beoordeling van een doorberekeningsverweer als hier aan de orde maakt het volgens de Hoge Raad in beginsel niet uit of de benadering van de directe schade of die van de voordeelstoerekening wordt gevolgd. Dat oordeel wordt gegeven nadat de Hoge Raad de eisen in het kader van voordeelstoerekening bij dit verweer heeft vereenvoudigd. Lees meer…