Cassatie in het belang der wet: overtreding beheersverbod 20 WvK leidt niet zonder meer tot hoofdelijke aansprakelijkheid commanditaire vennoot

HR 29 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1413 (Cassatie in het belang der wet)

Bij de beantwoording van de vraag of en in hoeverre in een geval van overtreding van het beheersverbod van art. 20 WvK plaats is voor de sanctie van hoofdelijke aansprakelijkheid van de commanditaire vennoot (art. 21 WvK) kan mede van belang zijn of derden van diens vennootschappelijke hoedanigheid op de hoogte waren of behoorden te zijn. Steeds van belang is of de commanditaire vennoot tegen wie de sanctie van voornoemde bepaling wordt ingeroepen ter zake van zijn handelen een verwijt valt te maken. De Hoge Raad nuanceert hiermee zijn eerdere jurisprudentie. Lees meer…

Een gezamenlijke maaltijd op de sterfdag; stilzwijgende aanvaarding nalatenschap?

HR 22 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1284

Tot de handelingen die erop zijn gericht de erflater een passende uitvaart te bezorgen, kan een overleg op de sterfdag als in casu aan de orde worden gerekend. Het maken van redelijke kosten daarvoor ten laste van de nalatenschap kan dan niet worden aangemerkt als een daad van aanvaarding in de zin van art. 4:192 BW. De kosten van een maaltijd kunnen onder omstandigheden tot zodanige kosten worden gerekend. Lees meer…

Constructies met uitsluitingsclausules en zaaksvervanging

HR 1 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1199

Verdeling huwelijksgoederengemeenschap. Woning gekocht met lening die is kwijtgescholden onder uitsluitingsclausule. Is woning gemeenschappelijk of privé eigendom? Strekking samenstel gelijktijdig verrichte rechtshandelingen. Analoge toepassing art. 1:124 lid 2 (oud) BW op wettelijke gemeenschap van goederen? Totstandkomingsgeschiedenis art. 1:95 lid 1 BW. Artikel 1:95 lid 1, eerste zin, BW heeft onmiddelijke werking. Lees meer…

Vervreemding van aandeel in gedeelte van een gemeenschappelijk stuk grond; toestemming deelgenoten vereist?

HR 22 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1297

Beschikking over een onverdeeld aandeel in een gedeelte van een gemeenschappelijk stuk grond is niet mogelijk zonder dat dit gedeelte door aanwijzing wordt geïndividualiseerd. Nu die aanwijzing in casu niet heeft plaatsgevonden, waren de mede-eigenaren niet bevoegd tot vervreemding van hun onverdeelde aandeel in het gedeelte van de gemeenschappelijke grond zonder instemming van alle deelgenoten. Lees meer…

De aanhangigheid van het geding na twee opeenvolgende herstelexploten

HR 10 april 2014, ECLI:NL:HR:2015:927

De aanhangigheid van het geding (125 lid 5 Rv) vervalt niet indien (1) de (appel)dagvaarding oproept te verschijnen tegen een foutieve verschijndag, (2) het exploot waarmee deze omissie werd hersteld niet tijdig is aangebracht, maar (3) een tweede – rechtsgeldig – herstelexploot is uitgebracht binnen twee weken na de oorspronkelijk aangezegde (foutieve) verschijndag. Lees meer…

Arbitraal tussenvonnis: bindende eindbeslissing of gezag van gewijsde?

HR 22 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1272 (BAe/Modsaf)

Het hof heeft de overwegingen van het scheidsgerecht aldus uitgelegd, dat partijen niet het gezag van gewijsde van het arbitrale tussenvonnis ter discussie wilden stellen. De klacht dat het hof heeft miskend dat arbiters de opdracht hebben geschonden (in de zin van art. 1065 lid 1 sub c (oud) Rv) door ten onrechte gezag van gewijsde toe te kennen aan het arbitrale tussenvonnis mist dus feitelijke grondslag. Lees meer…

Rechterlijke afstemming: de kortgedingrechter versus de civiele bodemrechter en de bestuursrechter

HR 1 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1128 (Staat der Nederlanden / verweerder)

1. De rechter die in kort geding moet beslissen op een vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening nadat de bodemrechter reeds een uitspraak in de hoofdzaak heeft gedaan, dient zijn uitspraak in beginsel af te stemmen op het oordeel van de bodemrechter, ook al is er een rechtsmiddel tegen die uitspraak ingesteld (afstemmingsregel) 2.Het vorenstaande geldt in beginsel ook indien de rechtmatigheid van een bestuursbesluit door de bestuursrechter is beoordeeld (formele rechtskracht). 3. De civiele (kort geding) rechter is bij de beoordeling van een geschilpunt dat niet de geldigheid van het besluit betreft echter niet gebonden aan de inhoudelijke overwegingen van de bestuursrechter. Lees meer…

Ingangsdatum wettelijk rente bij effectenlease

HR 1 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1198 (Dexia / verweerder)

Prejudiciële beslissing in effectenleasezaak: wettelijke rente over de door de aanbieder van effectenleaseovereenkomsten aan de afnemer te vergoeden inleg, bestaande uit termijnbetalingen en eventuele aflossingen (minus dividenduitkeringen), is verschuldigd telkens vanaf het moment waarop een desbetreffend gedeelte van de inleg daadwerkelijk is voldaan.  Lees meer…

Geen heroverweging bindende eindbeslissing in geval van strijd met tweeconclusieregel

HR 8 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1224

Een verweer van een geïntimeerde dat ertoe strekt dat het hof terugkomt van een bindende eindbeslissing die is gegeven na en op basis van een afbakening van de grenzen van de rechtsstrijd in de memories van grieven en van antwoord, is in strijd met de tweeconclusieregel, ook indien het verweer niet kwalificeert als nieuwe grief. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl