Hernieuwde toekenning WAO-uitkering geeft niet zonder meer recht op aanvullende uitkering op grond van CAO
HR 31 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:218
Wanneer een werknemer op grond van een hernieuwde toekenning in de zin van artikel 43a lid 1 WAO (opnieuw) een WAO-uitkering ontvangt, brengt dat niet automatisch mee dat hij tevens opnieuw aanspraak kan maken op de aanvullende uitkering waar hij volgens de toepasselijke CAO recht op had bij de eerste vaststelling van arbeidsongeschiktheid door het UWV. Wanneer het reglement bij de CAO voor de hoedanigheid van uitkeringsgerechtigde als eis stelt dat de werknemer, op het moment dat hij de WAO-uitkering toegekend krijgt, verzekerd is via een werkgever in de metaal of techniek, dan geldt dat ook wanneer het gaat om een hernieuwde toekenning. Is de werknemer op dat moment niet meer bij een dergelijke werkgever werkzaam, dan kan hij geen aanspraak maken op de aanvullende uitkering. Lees meer…
Beoordeling in hoger beroep van pluraliteit van schuldeisers na betaling van steunvorderingen
HR 17 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:98 (X / Unitco B.V.)
Voor het in hoger beroep handhaven van een faillissement is vereist dat ook ten tijde van de appelprocedure het bestaan van steunvorderingen summierlijk is gebleken. De opvatting dat deze pluraliteit van schuldeisers in een uitgesproken faillissement moet worden aangenomen, tenzij het tegendeel aannemelijk is gemaakt, is dus onjuist. Het (laten) betalen van steunvorderingen in een faillissementssituatie is niet zonder meer ontoelaatbaar en levert geen doorbreking op van de paritas creditorum. Lees meer…
Caribisch procesrecht – positieve zijde van de devolutieve werking
HR 31 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:214 (New India/Verweerder)
De werking van de positieve zijde van de devolutieve werking van het hoger beroep is in het procesrecht van Aruba, Curaçao, Sint Maarten, en Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: het Caribische procesrecht) niet wezenlijk anders dan in Nederland. Lees meer…
CAO Metalelektro niet van toepassing op metaalbewerking als ondergeschikte activiteit
HR 31 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:215 (ROM en PME/Adimec)
Indien het be- en/of verwerken van metalen slechts een ondergeschikt onderdeel van de bedrijfsactiviteit van een onderneming vormt, is voor toerekening van de (overige) gewerkte arbeidsuren op de voet van het Vector-arrest geen plaats en valt die onderneming dus niet onder de werkingssfeer van de CAO voor de Metalelektro. Lees meer…
Arubaans procesrecht: miskenning grenzen van de rechtsstrijd en ontoelaatbare verrassingsbeslissing
HR 31 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:212 (X c.s./Arubags & More N.V.)
Naar Arubaans appelprocesrecht is de appelrechter bevoegd ambtshalve tot vernietiging van de bestreden uitspraak over te gaan, buiten de (eventueel aangevoerde) grieven om (vgl. art. 281a en art. 429q lid 6 RvA). Bij de uitoefening van deze bevoegdheid mag de appelrechter evenwel niet buiten de grenzen van de rechtsstrijd treden. Hij mag evenmin handelen in strijd met het fundamentele beginsel van hoor en wederhoor en partijen niet verrassen met een beslissing, waarmee zij, gelet op het processuele debat, geen rekening behoefden te houden. Lees meer…
Wijziging van alimentatie na eerder veronderstellenderwijs aangenomen draagkracht
HR 31 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:220
Voor wijziging van alimentatie op de voet van art. 1:401 lid 1 BW moet sprake zijn van een relevante wijziging van omstandigheden ten opzichte van de door de alimentatierechter vastgestelde omstandigheden. Nu de alimentatierechter bij de vaststelling van de oorspronkelijke alimentatie (slechts) heeft aangenomen dat de man voldoende draagkracht had zonder uit te gaan van een concreet inkomstenbedrag, sluit de nu door het hof vastgestelde inkomenstoename niet uit dat sprake is van een relevante wijziging van omstandigheden in de zin van art. 1:401 lid 1 BW. Lees meer…
Geen hoger beroep tegen machtiging van bewindvoerder tot opheffing van huwelijkse voorwaarden
HR 24 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:160
Tegen een machtiging van een bewindvoerder ex art. 1:441 BW, strekkende tot opheffing van huwelijkse voorwaarden waarbij de rechthebbende partij is, staat geen hoger beroep open door de zoons van de rechthebbende met toekomstige, erfrechtelijke aanspraken. Zoons zijn noch op de voet van art. 798 lid 1 Rv, noch op de voet van art. 798 lid 2 Rv als belanghebbenden aan te merken. Lees meer…
Geen geschriftenbescherming voor databanken
HR 17 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:88 (Ryanair/PR Aviation)
Databanken die niet aan het oorspronkelijkheidscriterium voldoen en daardoor niet auteursrechtelijk beschermd zijn, zijn evenmin vatbaar voor bescherming onder het regime van de geschriftenbescherming. De Hoge Raad stelt verder prejudiciële vragen aan het HvJEU over de toelaatbaarheid van een contractuele beperking van het gebruik van een databank die niet door het auteursrecht of het databankenrecht wordt beschermd. Lees meer…
Proceshandelingen na schorsing advocaat nietig in geval van benadeling
HR 24 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:146 (X/mr. Van Loenen q.q.)
Een procedure wordt van rechtswege geschorst na schorsing van een advocaat (art. 226 Rv). Nadien verrichte proceshandelingen zijn nietig, mits degene die zich op nietigheid beroept benadeeld is door het feit dat de procedure niet is stilgelegd. In dit geval – waarin een getuigenverhoor buiten aanwezigheid van een advocaat had plaatsgevonden – is aan dit vereiste van benadeling voldaan. Lees meer…
Mededingingsbeperking niet alleen verboden op “eigen” markt
HR 24 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:149 (NVM / Veerman q.q.)
Het feit dat een besluit van een ondernemersvereniging mededingingbeperkende gevolgen heeft op een andere markt dan die waarop de leden van de vereniging zelf economisch actief zijn, staat niet in de weg aan de conclusie dat het besluit verboden is wegens strijd is met art. 6 Mw. Lees meer…