

Wvggz; ook klachtprocedure bij verplichte zorg zonder titel
HR 18 maart 2022 ECLI:NL:HR:2022:394
Als zonder titel verplichte zorg wordt verleend kan op de voet van art. 10:3 lid 1, aanhef en onder e, Wvggz een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie en kan tevens worden verzocht om schadevergoeding door de zorgaanbieder. Lees meer…

Prejudiciële vragen: Algemene Verordening Gegevensbescherming en grondslag voor verwerking persoonsgegevens BKR
HR 3 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1814
De Hoge Raad beantwoordt prejudiciële vragen over de Algemene Verordering Gegevensbescherming (AVG).De grondslag voor verwerking persoonsgegevens in het kredietregistratiestelsel van het BKR ligt in art. 6, eerste lid, onderdeel f, AVG (ter behartiging van gerechtvaardigde belangen van de verwerker) en niet in art. 6, eerste lid, onderdeel e, AVG (voldoen aan wettelijke plicht). Lees meer…

Voorlopig getuigenverhoor in collectieve acties: enkel wanneer voldoende aannemelijk is dat is voldaan aan art. 3:305a BW
HR 11 maart 2022, ECLI:NL:HR:2022:347 (Stichting Music#MeToo / Warner Music Benelux B.V)
Wanneer de voorgenomen vordering een collectieve actie is als bedoeld in art. 3:305a BW, kan het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor worden afgewezen wegens onvoldoende belang als onvoldoende aannemelijk is dat de verzoeker voldoet aan de vereisten van art. 3:305a BW. Lees meer…

Cassatievlog #011 | Bevoegdheid Nederlandse rechter bij ontbinding arbeidscontract
HR 11 maart 2022 ECLI:NL:HR:2022:345
Berend-Bram Heinen licht in 3 minuten een arrest van de Hoge Raad toe. In deze zaak wilde een Nederlandse werkgever een werknemer die in het buitenland woont ontslaan. Is de Nederlandse rechter bevoegd om over het ontbindingsverzoek te oordelen? De Hoge Raad heeft op 11 maart 2022 een uitspraak gewezen over deze kwestie.

Genderneutrale registratie in een geboorteakte: is de rechter of de wetgever aan zet?
HR 4 maart 2022, ECLI:NL:HR:2022:336
Wetgeving over de mogelijkheid van genderneutrale registratie in een geboorteakte valt in de nabije toekomst te verwachten. Dat betekent dat het op dit moment de rechtsvormende taak van de Hoge Raad te buiten gaat om een beslissing te nemen over de mogelijkheid van genderneutrale registratie in een geboorteakte. De Hoge Raad ziet dan ook af van beantwoording van de hierop gerichte prejudiciële vragen.

Verschillende rechtsverhoudingen bij werknemerspensioenen
HR 11 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:162
Bij werknemerspensioenen moeten worden onderscheiden de rechtsverhoudingen tussen (i) werkgever en werknemer (de pensioentoezegging), (ii) werkgever en pensioenverzekeraar of -fonds (ter uitvoering van de pensioentoezegging) en (iii) werknemer en pensioenverzekeraar of -fonds (om de aanspraak van de werknemer te bepalen). Lees meer…

Cassatievlog #010 | WHOA niet van toepassing op achterstallige pensioenpremies
Hoge Raad 25 februari 2022 ECLI:NL:HR:2022:328 (X / STICHTING PENSIOENFONDS HORECA & CATERING),
Gijsbrecht Nieuwland bespreekt de eerste uitspraak van de Hoge Raad over de Wet Homologatie Onderhands Akkoord. In deze prejudiciële beslissing oordeelt de Hoge Raad dat een WHOA-akkoord zich niet kan uitstrekken over achterstallige pensioenpremies die verschuldigd zijn aan een pensioenfonds. Dergelijke vorderingen vallen onder de werknemersuitzondering van art. 369 lid 4 Faillissementswet.

Geldt het opzegverbod tijdens ziekte als de werknemer ziek wordt nadat de ‘UWV-aanvraag’ is gedaan?
HR 18 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:276
Het opzegverbod tijdens ziekte staat er niet aan in de weg dat de kantonrechter een verzoek van de werkgever om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen inwilligt, indien de werknemer ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte, en deze arbeidsongeschiktheid een aanvang heeft genomen nadat het UWV om toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst is verzocht maar voordat het verzoek om ontbinding door de kantonrechter is ontvangen. Lees meer…

Prejudiciële vraag: vordering bedrijfstakpensioenfonds valt buiten reikwijdte WHOA-akkoord
HR 25 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:328
De vordering van het bedrijfstakpensioenfonds bestaande uit achterstallige pensioenpremies kwalificeert als een recht van een werknemer in de zin van art. 369 lid 4 Fw. De vordering van het bedrijfstakpensioenfonds kan dus niet worden geherstructureerd met een WHOA-akkoord. Lees meer…

Prejudiciële vragen; Nederlanderschap: bezit van staat en het begrip “geboorteakte”
HR 25 februari ECLI:NL:HR:2022:331 en ECLI:NL:HR:2022:332
Alleen de buitenlandse geboorteakte wordt als geboorteakte in de zin van art. 1:209 BW aangemerkt, niet een latere afzonderlijke erkenningsakte. Lees meer…