Het bestaan van vergoedingsrechten bij ‘alsof’-bedingen in huwelijkse voorwaarden

Het bestaan van vergoedingsrechten bij ‘alsof’-bedingen in huwelijkse voorwaarden

HR 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389

Of partijen met een ‘alsof’-beding in hun huwelijkse voorwaarden niet alleen een methode van verrekening naar analogie van de gemeenschap van goederen zijn overeengekomen, maar ook de mogelijkheid van vergoedingsrechten alsof tijdens het huwelijk gemeenschap van goederen heeft bestaan, is een kwestie van uitleg van de huwelijkse voorwaarden. Voor deze uitleg kan van belang zijn wat partijen met betrekking tot de berekening van de verrekenvordering zijn overeengekomen en of zij naast het ‘alsof’-beding regelingen hebben getroffen voor het ontstaan van vergoedingsrechten, zoals voor de kosten van de huishouding. Lees meer…

Cassatievlog #034 | Regeling van de aanzegvergoeding mag niet buiten toepassing worden gelaten

Cassatievlog #034 | Regeling van de aanzegvergoeding mag niet buiten toepassing worden gelaten

HR 7 oktober 2022 ECLI:NL:HR:2022:1374 (Maxs NL B.V. / werknemer)

In dit vlog bespreekt Ruben de Graaff een arrest van de Hoge Raad over de aanzegvergoeding. Dat is de vergoeding die de werkgever moet betalen als hij de werknemer niet (tijdig) schriftelijk informeert over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Wat nu als de werknemer hierover tijdig mondeling is geïnformeerd en daarvan geen nadeel heeft ondervonden? Moet de werkgever ook dan de aanzegvergoeding betalen?

 

Cassatievlog #034 is ook als podcast beschikbaar.

Alimentatie: het schriftelijkheidsvereiste bij een niet-wijzigingsbeding en inkomensvermindering door ouderschapsverlof

Alimentatie: het schriftelijkheidsvereiste bij een niet-wijzigingsbeding en inkomensvermindering door ouderschapsverlof

HR 21 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1493

(i) Om te voldoen aan het vereiste van art. 1:159 lid 1 BW dat een niet-wijzigingsbeding met betrekking tot partneralimentatie schriftelijk moet zijn gemaakt, is niet steeds noodzakelijk dat het niet-wijzigingsbeding is opgenomen in een geschrift dat door beide partijen is ondertekend.
(ii) Het hangt van de omstandigheden van het geval af of, en in hoeverre, bij het vaststellen van kinderalimentatie rekening dient te worden gehouden met inkomensvermindering die het gevolg is van het opnemen van ouderschapsverlof.  Lees meer…

Herroeping en vernietiging wegens bedrog in arbitrage

Herroeping en vernietiging wegens bedrog in arbitrage

HR 30 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1332

Herroeping van een arbitraal vonnis op grond van bedrog is alleen mogelijk als het bedrog na de arbitrale procedure is ontdekt. Herroeping is niet aan de orde als het bedrog tijdens de arbitrage is ontdekt en dat in de arbitrale procedure aan de orde had kunnen worden gesteld. Als een arbitraal vonnis tot stand is gekomen onder invloed van bedrog, kan het vonnis ook vernietigbaar zijn wegens strijd is met de openbare orde. Ook hiervoor geldt dat een partij het daaraan ten grondslag liggende bedrog indien mogelijk in de arbitrale procedure aan de orde moet stellen. Lees meer…

Cassatievlog #033 | Het stellen van een advocaat in hoger beroep

Cassatievlog #033 | Het stellen van een advocaat in hoger beroep

Hoge Raad 7 oktober 2022 (Depra c.s. / OLB) ECLI:NL:HR:2022:1387  

Is de appellant die alleen in de appeldagvaarding (en niet op de rol) een advocaat stelt op juiste wijze in hoger beroep verschenen? Als appellant niet tijdig advocaat stelt en in de gelegenheid wordt gesteld om dat verzuim te herstellen, kan het hof dan volstaan met de aantekening op de rol dat appellant deze gelegenheid wordt geboden? In dit Cassatievlog bespreekt Maartje Möhring in drie minuten het arrest van de Hoge Raad waarin antwoord wordt gegeven op deze vragen.

 

Cassatievlog #033 is ook als podcast beschikbaar.

Schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid bij zorginkoop

Schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid bij zorginkoop

HR 14 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1456

In deze zaak over zorginkoop bevestigt de Hoge Raad eerdere rechtspraak over toerekening van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid. Voor toerekening kan plaats zijn ingeval de wederpartij gerechtvaardigd heeft vertrouwd op feiten en omstandigheden die voor risico van de achterman komen en waaruit naar verkeersopvattingen schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid. Van zodanige feiten en omstandigheden kan ook sprake zijn ingeval van een niet-doen, waaronder het laten voortbestaan van een bepaalde situatie. Lees meer…

Causaal verband bij onrechtmatige besluiten: meewegen van omstandigheden voor de peildatum

Causaal verband bij onrechtmatige besluiten: meewegen van omstandigheden voor de peildatum

HR 30 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1334 (Nannoka Valcanus Industries B.V. / De Provincie Gelderland)

Bij het vaststellen wat het bestuursorgaan zou hebben beslist als het niet het onrechtmatige besluit zou hebben genomen, mag niet voorbij worden gegaan aan de juridische onmogelijkheid om op de peildatum een rechtmatig besluit te nemen. Lees meer…

Aanzegvergoeding steeds verschuldigd bij niet-inachtneming schriftelijkheidseis

Aanzegvergoeding steeds verschuldigd bij niet-inachtneming schriftelijkheidseis

HR 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1374

De werkgever is de aanzegvergoeding steeds verschuldigd als hij zijn werknemer niet schriftelijk heeft medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet zal worden voortgezet. Dit geldt ook als dit laatste voor de werknemer langs andere weg duidelijk was of de werknemer geen nadeel heeft geleden door het niet naleven van deze schriftelijkheidseis. Lees meer…

Cassatievlog #032 | Vrijheid van meningsuiting en ontslag

Cassatievlog #032 | Vrijheid van meningsuiting en ontslag

 

HR 7 oktober 2022 (werkneemster / ROC) ECLI:NL:HR:2022:1402

Een docente van een ROC schrijft een boek over onderwijsvernieuwingen bij haar op school. Na publicatie van het boek wordt zij ontslagen; de arbeidsverhouding is duurzaam verstoord geraakt. Het ontslag houdt stand in hoger beroep. Volgens het hof is van inperking op de vrijheid van meningsuiting van de docente geen sprake. De Hoge Raad is het daar niet mee eens. Berend-Bram Heinen bespreekt deze uitspraak.

 

Cassatievlog #032 is ook als podcast beschikbaar.

Archief

Cassatieblog.nl