Selecteer een pagina
Huur van bedrijfsruimte: opzegging wegens dringend eigen gebruik

Huur van bedrijfsruimte: opzegging wegens dringend eigen gebruik

HR 1 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:494 (X/Amsterdam-Inn B.V.)

De Hoge Raad geeft het juridisch kader voor het beoordelen van een opzegging van een huurovereenkomst voor bedrijfsruimte op basis van een beroep op dringend eigen gebruik door de verhuurder. Voor een geslaagd beroep op dringend eigen gebruik kunnen algemene bedrijfseconomische redenen voldoende zijn. De stelplicht en bewijslast dat de verhuurder van andere opties gebruik dient te maken dan ingebruikname van het verhuurde, rust op de huurder. Lees meer…

Cassatievlog #014 | Opzegging huurovereenkomst van bedrijfsruimte wegens dringend eigen gebruik

Cassatievlog #014 | Opzegging huurovereenkomst van bedrijfsruimte wegens dringend eigen gebruik

Hoge Raad 1 april 2022 (X / Amsterdam-Inn B.V.), ECLI:NL:HR:2022:494

Deze zaak gaat over een verhuurder die zijn pand in Amsterdam uit de verhuur wil halen om er zelf een hotel te beginnen. Daarmee kan hij namelijk meer geld verdienen dan met de verhuur. Er is één probleem: er zit al een huurder in het pand. Die huurder gebruikt het pand ook voor een hotel en is niet van plan te vertrekken. Paul Tanja behandelt deze zaak in 3 minuten aan de hand van een uitspraak van de Hoge Raad.

 

Cassatievlog #014 is ook als podcast beschikbaar.

Cassatievlog #013 | Voorlopig getuigenverhoor en collectieve actie

Cassatievlog #013 | Voorlopig getuigenverhoor en collectieve actie

HR 11 maart 2022, ECLI:NL:HR:2022:347 (Stichting Music#MeToo / Warner Music Benelux B.V)

Moet een belangenvereniging die een collectieve actie wil instellen voor een voorlopig getuigenverhoor ook aan de eisen van art. 3:305a BW voldoen? En is het oude of het nieuwe art. 3:305a BW van toepassing? Martijn Scheltema licht dit in 3 minuten toe aan de hand van een recente uitspraak van de Hoge Raad.

Cassatievlog #013 is ook als podcast beschikbaar.

Gewone verblijfplaats in de zin van art. 8 lid 1 Brussel II-bis

Gewone verblijfplaats in de zin van art. 8 lid 1 Brussel II-bis

HR 25 maart 2022 ECLI:NL:HR:2022:440

Het geheel van feitelijke omstandigheden laat geen andere conclusie toe dan dat sprake is van een zekere integratie van de minderjarige in een sociale en familiale omgeving in Nederland, en daarmee dat de gewone verblijfplaats van de minderjarige in de zin van art. 8 lid 1 Verordening Brussel II-bis ten tijde van de indiening van het inleidende verzoekschrift door de Raad in Nederland was gelegen. Lees meer…

De avondklok en de separate inwerkingstelling van de Wbbbg

De avondklok en de separate inwerkingstelling van de Wbbbg

HR 18 maart 2022, ECLI:NL:HR:2022:380

De Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag bood een toereikende grondslag voor de avondklok die begin 2021 werd ingevoerd om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. De toestand waarin de fysieke veiligheid van de bevolking wordt bedreigd door een virus kan worden aangemerkt als een buitengewone omstandigheid die inzet van de Wbbbg mogelijk maakt. De wetgever heeft bewust geen gedetailleerde inhoudelijke omschrijving opgenomen van het begrip ‘buitengewone omstandigheid’, maar voorzien in procedurele waarborgen.  Voor de inzet van de Wbbbg is niet vereist dat de betreffende maatregel niet door middel van een spoedwet kan worden getroffen. Lees meer…

Bankgarantie geen vervangende zekerheid als bedoeld in 5%-regeling nieuwbouwkopers

Bankgarantie geen vervangende zekerheid als bedoeld in 5%-regeling nieuwbouwkopers

HR 3 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1804

Art. 7:768 lid 3 BW jo. art. 6:51 lid 2 BW moet zo worden uitgelegd dat alleen sprake is van vervangende zekerheid indien de aangeboden zekerheid gelijkwaardig is aan het depot. Als de zekerheid bestaat in een bankgarantie, betekent dit dat de bankgarantie in dezelfde gevallen en onder dezelfde voorwaarden inroepbaar moet zijn als het depot. Lees meer…

Cassatievlog #012 | Avondklok had toereikende wettelijke basis

Cassatievlog #012 | Avondklok had toereikende wettelijke basis

Hoge Raad 18 maart 2022 (Stichting Viruswaarheid.nl / de Staat der Nederlanden), ECLI:NL:HR:2022:380

In deze zaak heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over de rechtmatigheid van de avondklok. Volgens de Hoge Raad bood de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijke gezag een toereikende basis voor de invoering daarvan. De bevoegdheden uit die wet konden in dit geval worden ingezet voor de bestrijding van het coronavirus.

 

Cassatievlog #012 is ook als podcast beschikbaar.

Archief

Cassatieblog.nl