Selecteer een pagina
Genderneutrale registratie in een geboorteakte: is de rechter of de wetgever aan zet?

Genderneutrale registratie in een geboorteakte: is de rechter of de wetgever aan zet?

HR 4 maart 2022, ECLI:NL:HR:2022:336

Wetgeving over de mogelijkheid van genderneutrale registratie in een geboorteakte valt in de nabije toekomst te verwachten. Dat betekent dat het op dit moment de rechtsvormende taak van de Hoge Raad te buiten gaat om een beslissing te nemen over de mogelijkheid van genderneutrale registratie in een geboorteakte. De Hoge Raad ziet dan ook af van beantwoording van de hierop gerichte prejudiciële vragen.

Lees meer…

Verschillende rechtsverhoudingen bij werknemerspensioenen

Verschillende rechtsverhoudingen bij werknemerspensioenen

HR 11 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:162

Bij werknemerspensioenen moeten worden onderscheiden de rechtsverhoudingen tussen (i) werkgever en werknemer (de pensioentoezegging), (ii) werkgever en pensioenverzekeraar of -fonds (ter uitvoering van de pensioentoezegging) en (iii) werknemer en pensioenverzekeraar of -fonds (om de aanspraak van de werknemer te bepalen). Lees meer…

Cassatievlog #010 | WHOA niet van toepassing op achterstallige pensioenpremies

Cassatievlog #010 | WHOA niet van toepassing op achterstallige pensioenpremies

Hoge Raad 25 februari 2022  ECLI:NL:HR:2022:328 (X / STICHTING PENSIOENFONDS HORECA & CATERING),

Gijsbrecht Nieuwland bespreekt de eerste uitspraak van de Hoge Raad over de Wet Homologatie Onderhands Akkoord. In deze prejudiciële beslissing oordeelt de Hoge Raad dat een WHOA-akkoord zich niet kan uitstrekken over achterstallige pensioenpremies die verschuldigd zijn aan een pensioenfonds. Dergelijke vorderingen vallen onder de werknemersuitzondering van art. 369 lid 4 Faillissementswet.

Cassatievlog #010 is ook als podcast beschikbaar.

Geldt het opzegverbod tijdens ziekte als de werknemer ziek wordt nadat de ‘UWV-aanvraag’ is gedaan?

Geldt het opzegverbod tijdens ziekte als de werknemer ziek wordt nadat de ‘UWV-aanvraag’ is gedaan?

HR 18 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:276

Het opzegverbod tijdens ziekte staat er niet aan in de weg dat de kantonrechter een verzoek van de werkgever om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen inwilligt, indien de werknemer ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte, en deze arbeidsongeschiktheid een aanvang heeft genomen nadat het UWV om toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst is verzocht maar voordat het verzoek om ontbinding door de kantonrechter is ontvangen. Lees meer…

Prejudiciële vraag: vordering bedrijfstakpensioenfonds valt buiten reikwijdte WHOA-akkoord

Prejudiciële vraag: vordering bedrijfstakpensioenfonds valt buiten reikwijdte WHOA-akkoord

HR 25 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:328

De vordering van het bedrijfstakpensioenfonds bestaande uit achterstallige pensioenpremies kwalificeert als een recht van een werknemer in de zin van art. 369 lid 4 Fw. De vordering van het bedrijfstakpensioenfonds kan dus niet worden geherstructureerd met een WHOA-akkoord. Lees meer…

Huur van woonruimte: een door de rechter met bepaalde tijd verlengde huurovereenkomst eindigt niet van rechtswege

Huur van woonruimte: een door de rechter met bepaalde tijd verlengde huurovereenkomst eindigt niet van rechtswege

HR 18 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:270

De verlenging van een huurovereenkomst door de rechter voor bepaalde tijd heeft niet tot gevolg dat de overeenkomst na afloop van de bepaalde tijd van rechtswege eindigt. De verlenging voor bepaalde tijd brengt mee dat de verhuurder de huurovereenkomst niet eerder kan opzeggen dan drie maanden voor het einde van de tijd waarvoor is verlengd. Lees meer…

Ambtshalve afwijzing van beroep op verjaring vanwege nieuwe verjaringstermijn van art. 8:1720 BW

Ambtshalve afwijzing van beroep op verjaring vanwege nieuwe verjaringstermijn van art. 8:1720 BW

HR 4 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:122

Gelet op het verweer van eiseres tegen het beroep op verjaring kon het hof er niet mee volstaan het beroep op verjaring te beoordelen aan de hand van art. 8:1730 lid 1 BW jo. art. 8:1717 BW. Het had ook, met toepassing van art. 25 Rv, moeten beoordelen of een nieuwe verjaringstermijn zoals bedoeld in art. 8:1720 lid 1 BW was aangevangen.  Lees meer…

Prejudiciële procedure over informatieverplichtingen van de verzekeraar bij een beleggingsverzekering

Prejudiciële procedure over informatieverplichtingen van de verzekeraar bij een beleggingsverzekering

HR 11 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:166

De verzekeringnemer van een beleggingsverzekering kan aanspraak hebben op de rechtsbescherming van het burgerlijke recht – in aanvulling op de bescherming die voortvloeit uit het Europese recht – ook in een geval waarin de verzekeraar de informatieplichten van (het Europeesrechtelijke) art. 31 lid 3 DLR heeft nageleefd. Lees meer…

Conservatoir leveringsbeslag op een merkrecht en een latere overdracht aan een derde

Conservatoir leveringsbeslag op een merkrecht en een latere overdracht aan een derde

HR 11 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:164

Bij een conservatoir leveringsbeslag op een merkrecht is art. 453a Rv van toepassing. Een vervreemding die tot stand is gekomen nadat het beslag is gelegd, kan de beslaglegger dan ook niet worden tegengeworpen. Daarvoor is wel vereist dat de beslaglegger het beslag vervolgt. Dat kan de beslaglegger doen door een eis in de hoofdzaak in te stellen. Die eis in de hoofdzaak moet worden ingesteld tegen de schuldenaar van de beslaglegger. Daarnaast kan ook de derde-verkrijger  bij de hoofdzaak worden betrokken, maar dat hoeft niet.  Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl