Verblijf in een wisselwoning tijdens renovatie: heeft de huurder dan ook aanspraak op de minimumbijdrage voor de kosten van verhuizing?

Verblijf in een wisselwoning tijdens renovatie: heeft de huurder dan ook aanspraak op de minimumbijdrage voor de kosten van verhuizing?

HR 1 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:493

De huurder die tijdens een renovatie het gehuurde moet verlaten en tijdelijk verblijft in een door de verhuurder aangeboden volledig ingerichte en gestoffeerde wisselwoning, heeft geen aanspraak op de minimumbijdrage voor de kosten van verhuizing. Dit geldt ook als de huurder geen gebruik maakt van de door de verhuurder aangeboden wisselwoning, zolang de aangeboden wisselwoning kan worden aangemerkt als een redelijke en passende voorziening.  Lees meer…

Cassatievlog #015 | Vergoeding van verhuis- en inrichtingskosten bij renovatie

Cassatievlog #015 | Vergoeding van verhuis- en inrichtingskosten bij renovatie

HR 1 april 2022 ECLI:NL:HR:2022:493 

Jerre de Jong behandelt in 3 minuten het antwoord van de Hoge Raad op prejudiciële vragen over de verhuiskostenvergoeding bij renovatie van woonruimte (art. 7:220 lid 5 en 6 BW). De verhuurder is die verhuiskostenvergoeding niet verschuldigd als de huurder tijdelijk verblijft in een door de verhuurder ter beschikking gestelde, volledig ingerichte en gestoffeerde wisselwoning. Dat geldt ook als de verhuurder een dergelijke woning ter beschikking heeft gesteld en deze woning in de gegeven omstandigheden een redelijke en passende voorziening is, maar de huurder er toch geen gebruik van maakt.

Cassatievlog #015 is ook als podcast beschikbaar.

 

Huur van bedrijfsruimte: opzegging wegens dringend eigen gebruik

Huur van bedrijfsruimte: opzegging wegens dringend eigen gebruik

HR 1 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:494 (X/Amsterdam-Inn B.V.)

De Hoge Raad geeft het juridisch kader voor het beoordelen van een opzegging van een huurovereenkomst voor bedrijfsruimte op basis van een beroep op dringend eigen gebruik door de verhuurder. Voor een geslaagd beroep op dringend eigen gebruik kunnen algemene bedrijfseconomische redenen voldoende zijn. De stelplicht en bewijslast dat de verhuurder van andere opties gebruik dient te maken dan ingebruikname van het verhuurde, rust op de huurder. Lees meer…

Cassatievlog #014 | Opzegging huurovereenkomst van bedrijfsruimte wegens dringend eigen gebruik

Cassatievlog #014 | Opzegging huurovereenkomst van bedrijfsruimte wegens dringend eigen gebruik

Hoge Raad 1 april 2022 (X / Amsterdam-Inn B.V.), ECLI:NL:HR:2022:494

Deze zaak gaat over een verhuurder die zijn pand in Amsterdam uit de verhuur wil halen om er zelf een hotel te beginnen. Daarmee kan hij namelijk meer geld verdienen dan met de verhuur. Er is één probleem: er zit al een huurder in het pand. Die huurder gebruikt het pand ook voor een hotel en is niet van plan te vertrekken. Paul Tanja behandelt deze zaak in 3 minuten aan de hand van een uitspraak van de Hoge Raad.

 

Cassatievlog #014 is ook als podcast beschikbaar.

Cassatievlog #013 | Voorlopig getuigenverhoor en collectieve actie

Cassatievlog #013 | Voorlopig getuigenverhoor en collectieve actie

HR 11 maart 2022, ECLI:NL:HR:2022:347 (Stichting Music#MeToo / Warner Music Benelux B.V)

Moet een belangenvereniging die een collectieve actie wil instellen voor een voorlopig getuigenverhoor ook aan de eisen van art. 3:305a BW voldoen? En is het oude of het nieuwe art. 3:305a BW van toepassing? Martijn Scheltema licht dit in 3 minuten toe aan de hand van een recente uitspraak van de Hoge Raad.

Cassatievlog #013 is ook als podcast beschikbaar.

Gewone verblijfplaats in de zin van art. 8 lid 1 Brussel II-bis

Gewone verblijfplaats in de zin van art. 8 lid 1 Brussel II-bis

HR 25 maart 2022 ECLI:NL:HR:2022:440

Het geheel van feitelijke omstandigheden laat geen andere conclusie toe dan dat sprake is van een zekere integratie van de minderjarige in een sociale en familiale omgeving in Nederland, en daarmee dat de gewone verblijfplaats van de minderjarige in de zin van art. 8 lid 1 Verordening Brussel II-bis ten tijde van de indiening van het inleidende verzoekschrift door de Raad in Nederland was gelegen. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl