Wvggz: het verzoek van de officier van justitie en art. 23 Rv
HR 29 januari 2021 ECI:NL:HR:2021:158
Het staat de rechter niet vrij om in de zorgmachtiging een vorm van verplichte zorg op te nemen die niet door de officier van justitie is verzocht. Lees meer…
Gezag van gewijsde bij dezelfde of soortgelijke vordering op andere grondslag?
HR 18 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2099
Het gezag van gewijsde kan niet eraan in de weg staan dat in een ander geding dezelfde of een soortgelijke vordering wordt ingesteld op basis van een andere grondslag, waarover de rechter zich nog niet heeft uitgelaten. Dit geldt ongeacht of deze andere grondslag ook reeds in de eerdere procedure aangevoerd had kunnen worden.
Verwijzing schadestaatprocedure contractuele schadevergoedingsverplichting borg art. 7:854 BW
HR 8 januari 2021 ECLI:NL:HR:2021:38
Art. 612 Rv is in beginsel alleen van toepassing op wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding. Gelet op de verbondenheid van de wettelijke verplichting tot schadevergoeding van de hoofdschuldenaar en de (contractuele) verplichting tot schadevergoeding van de borg die berust op artikel 7:854 BW, brengt een redelijke en op de praktijk afgestemde wetstoepassing mee dat op de hoofdregel dat een uitzondering moet worden aanvaard. Lees meer…
Schorsing van een faillissementsgijzeling
HR 22 januari 2021, ECLI:NL:HR:2021:102
In deze beschikking op een vordering tot cassatie in het belang der wet aanvaardt de Hoge Raad de mogelijkheid van schorsing van een faillissementsgijzeling, voorziet hij in enkele processuele waarborgen en reikt hij de rechter het relevante toetsingskader aan. Lees meer…
Voeging door een partij die zelf een rechtsmiddel kan instellen?
HR 15 januari 2021 ECLI:NL:HR:2021:43
Dat degene die in de eerdere instantie als procespartij had te gelden de bevoegdheid heeft om een rechtsmiddel aan te wenden tegen de in die eerdere instantie gewezen uitspraak, en van die bevoegdheid geen gebruik heeft gemaakt, sluit niet uit dat diegene voldoende belang erbij kan hebben om in de volgende instantie alleen door middel van voeging bij de procedure betrokken te blijven. Lees meer…
Wvggz: geldigheidsduur voortgezette crisismaatregel en zorgmachtiging
HR 22 januari 2021 ECLI:NL:HR:2021:107
De maximale geldigheidsduur van een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel (cm) is zes weken (drie + maximaal nog drie). Voor berekening van de einddatum van een zorgmachtiging wordt de dag waarop deze ingaat niet meegerekend. Lees meer…
De maatstaf van ‘onredelijke benadeling’ uit art. 22a lid 1 Fw geldt niet bij overdracht van een levensverzekering
HR 8 januari 2021, ECLI:NL:HR:2021:36
(i) Er is geen grond om op de bevoegdheid tot overdracht door de curator van een levensverzekering, naast de wettelijke beperking van toestemming van de (gefailleerde) verzekeringnemer, de niet in de wet opgenomen beperking aan te brengen dat de verzekeringnemer door die overdracht niet onredelijk benadeeld wordt.
(ii) Onder omstandigheden kan van de curator worden verlangd dat hij, wanneer hij op de voet van art. 22a lid 2, tweede volzin, Fw de toestemming van de schuldenaar verkrijgt om tot overdracht van een levensverzekering over te gaan, zich ervan vergewist of de schuldenaar die toestemming onder een juiste voorstelling van zaken geeft en dat hij de schuldenaar op zijn rechten ten aanzien van die verzekering wijst. Lees meer…
Enkele ontbreken van een woonadres in het exploot leidt niet tot onredelijke benadeling verweerder
HR 18 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2101
Het antwoord op de vraag of de nietigheid van het exploot moet worden uitgesproken op de grond dat daarin vermelding van de woonplaats van verweerster ontbreekt hangt ervan af of aannemelijk is dat verweerder door dit gebrek onredelijk is benadeeld in een belang dat wordt beschermd door de geschonden norm. Lees meer…
Ook bij faillietverklaring tussen een uitspraak en het aanhangig maken van een rechtsmiddel is het geding van rechtswege geschorst (art. 29 Fw)
HR 18 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2100
Ook in het geval van een faillietverklaring van een procespartij tussen de uitspraak en het aanhangig worden van een daartegen ingesteld rechtsmiddel wordt het geding op de voet van art. 29 Fw van rechtswege geschorst. Lees meer…
Verwijzing naar het merk van een ander om compatibiliteit aan te geven moet in de ogen van het relevante publiek juist zijn
HR 8 januari 2021 ECLI:NL:HR:2021:37
Het verwijzen naar het merk van een ander met als doel het geven van informatie over de compatibiliteit van het eigen product met de waren of diensten van die ander, is in beginsel alleen toegestaan als die informatie – volgens het relevante publiek – juist is. Lees meer…