HR 21 februari 2025, ECLI:NL:HR:2025:318 (huurder/De Goede Woning)
Het hof heeft vastgesteld dat de appeldagvaarding tijdig bij het hof is ingediend. Op een dergelijk geval ziet art. 125 lid 5 Rv niet. (meer…)
Alle berichten met de tag: hoger beroep
HR 21 februari 2025, ECLI:NL:HR:2025:318 (huurder/De Goede Woning)
Het hof heeft vastgesteld dat de appeldagvaarding tijdig bij het hof is ingediend. Op een dergelijk geval ziet art. 125 lid 5 Rv niet. (meer…)
HR 17 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:867
De verstektoets van art. 139 Rv – is de vordering onrechtmatig of ongegrond? – heeft in hoger beroep niet steeds dezelfde werking als in eerste aanleg. In hoger beroep moet het hof eerst nagaan of de appellant met succes is opgekomen tegen de in eerste aanleg gedane uitspraak. Als dat het geval is, en de in hoger beroep niet-verschenen geïntimeerde in eerste aanleg wel is verschenen, moet het hof op grond van de devolutieve werking van het hoger beroep het in eerste aanleg door deze geïntimeerde gevoerde verweer bij de beoordeling betrekken. Het verweer dat de in hoger beroep wél verschenen geïntimeerden hebben gevoerd, strekt daarbij in beginsel niet ten gunste van de in hoger beroep niet verschenen geïntimeerde. (meer…)
HR 17 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:867
In dit vlog bespreekt Maartje Möhring een recente uitspraak van de Hoge Raad over de werking van de verstektoets van art. 139 Rv – komt de vordering de rechter onrechtmatig of ongegrond voor? – in hoger beroep. Is die werking hetzelfde als in eerste aanleg? En maakt het nog uit als in de procedure meerdere gedaagden zijn betrokken, die deels wel en deels niet verschijnen?
Cassatievlog #023 is ook als podcast beschikbaar.
HR 11 juni 2021 ECLI:NL:HR:2021:859
De schuldenaar kan in hoger beroep opkomen tegen de afwijzing van het primaire verzoek om een bevel tot instemming met een schuldregeling, als de rechtbank (i) ook het subsidiaire verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft afgewezen en (ii) de schuldenaar ook daartegen in hoger beroep opkomt of dit subsidiaire verzoek in hoger beroep niet handhaaft. Dit geldt ook als door de rechtbank nog niet is beslist op het subsidiaire verzoek, maar wel op het primaire verzoek. (meer…)
HR 8 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:207
Indien een vonnis naar zijn uiterlijk een verstekvonnis is, waaruit niet kan worden afgeleid of op andere wijze kan worden vastgesteld dat het in wezen om een vonnis op tegenspraak gaat, dient de rechter gelet op art. 6 EVRM het verzet tegen het eindvonnis ontvankelijk te achten, zulks in afwijking van de hoofdregel. (meer…)