De regeling van wraking van rechters, neergelegd in de art. 36 – 39 Rv, is ook van toepassing op een machtigingsprocedure op de voet van de Wet Bopz. Indien in een procedure tot het verlenen van een machtiging uit hoofde van de Wet Bopz een wrakingsverzoek wordt gedaan, geldt als uitgangspunt dat de rechter tegen wie het wrakingsverzoek is gericht, niet op het verzoek tot het verlenen van de machtiging mag beslissen zolang niet op het wrakingsverzoek is beslist. (meer…)
Wet Bopz: wraking van rechter die over machtiging tot voortzetting inbewaringstelling beslist
CB 2019-133 | Geplaatst op 07-11-2019 | door Hanneke Arnoldus
Geplaatst in Wvggz - Wzd (Wet Bopz oud) | Getagged hoor en wederhoor, machtiging voortzetting in bewaringstelling, Rv art. 36, Wet BOPZ art. 27, Wet Bopz art. 48 lid 2, wraking