Alle berichten met de tag: onvoorziene omstandigheden


HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1974

Hebben huurders van bedrijfsruimten recht op een tijdelijke vermindering van de huurprijs als sprake is van omzetverlies als gevolg van de corona-maatregelen? De Hoge Raad beantwoordt deze vraag in dit arrest bevestigend op basis van de regeling van onvoorziene omstandigheden. (meer…)

HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1974

Paul Tanja vertelt over het arrest van de Hoge Raad over huurkorting in corona-tijd. Kan een huurder van bedrijfsruimte huurprijsvermindering krijgen als hij door de coronamaatregelen zijn pand niet meer rendabel kan exploiteren?

 

Cassatievlog #003 is ook als podcast beschikbaar.

Conclusie P-G van 30 september 2021, ECLI:NL:PHR:2021:902

Hebben huurders van bedrijfsruimten recht op een tijdelijke vermindering van de huurprijs als sprake is van omzetverlies als gevolg van de corona-maatregelen? Deze vraag wordt in deze conclusie beantwoord op basis van de gebrekenregeling en de regeling van onvoorziene omstandigheden.  (meer…)

Hoge Raad 13 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2615

Het oordeel van het hof dat de Gemeente Bronckhorst zich, in verband met de bevolkingskrimp in de regio Achterhoek, niet op de onvoorziene omstandighedenregeling uit de samenwerkingsovereenkomst met twee projectontwikkelaars en art. 6:258 BW kon beroepen, is – mede gelet op de terughoudendheid die geboden is bij toepassing van art. 6:258 BW– niet onjuist of onvoldoende gemotiveerd. (meer…)

HR 6 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV6727 (A c.s./Tennisvereniging De IJpelaar)

Een kwalitatief recht (art. 6:251 BW) hoeft door de schuldeiser niet mede te zijn bedongen ten behoeve van diens rechtsopvolgers onder bijzondere titel, ook niet naar oud recht. Een beroep op onvoorziene omstandigheden (art. 6:258 BW) – waarvoor in kort geding geen plaats is – mag door de rechter worden opgevat als een beroep op derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 lid 2 BW). Voor derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid is vereist dat gebondenheid aan de overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, en niet of gebondenheid niet langer redelijk is. (meer…)

Cassatieblog.nl