Alle berichten met de tag: overheidsaansprakelijkheid


HR 6 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2563 (Eiser/Borne en Hengelo)

(1) Als een gemeente een nieuw bestemmingsplan vaststelt en daarbij een bestaand legaal gebruik niet positief bestemt, is sprake van ‘wegbestemmen’. Dat het bestaande legaal gebruik in het vorige bestemmingsplan niet was opgenomen en dat er in zoverre sprake is van ‘nieuwbestemming’, doet daaraan niet af. (2) Als het bestemmingsplan waarin wordt ‘wegbestemd’ onherroepelijk is geworden, moet de inhoud daarvan, met inbegrip van dit wegbestemmen, voor rechtmatig worden gehouden. Het beginsel van formele rechtskracht staat dan eraan in de weg om in een civiele procedure te onderzoeken of het ‘wegbestemmen’ een onrechtmatige daad oplevert.   (meer…)

HR 3 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1112 (gemeente Hengelo / X)

Bij de beoordeling van een schadevordering wegens vernietigde vergunningen is niet beslissend of het College de vergunning rechtmatig had kunnen weigeren, maar welk besluit het zou hebben genomen indien het wel overeenkomstig de wet zou hebben beslist. (meer…)

HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2722 en ECLI:NL:HR:2015:2723

Op de aansprakelijkheid van de Staat voor de onjuiste implementatie van Europese richtlijnen in wetgeving in formele zin zijn de normale Nederlandse aansprakelijkheidsregels (art. 6:162 BW) van toepassing. (meer…)

HR 28 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:736 (X/Gemeente De Bilt)

(1) Een vordering tot vergoeding van immateriële schade wegens een onredelijk lange duur van een civiele procedure moet worden ingesteld in een afzonderlijke procedure tegen de Staat. Voor de hoogte van de vergoeding wordt in beginsel aangesloten bij de richtlijnen die daarvoor in het bestuursrecht ontwikkeld zijn (vgl. ABRvS 29 januari 2014, ECLI:NL:RVS:2014:188). (2) Bij de opheffing van een erfdienstbaarheid en de toekenning van een schadeloosstelling aan de eigenaar van het heersend erf spelen de belangen van de eigenaar van het dienend erf geen rol. (meer…)

HR 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ7396 (Eisers/Staat)

Indien in een bepaald geval de gevolgen van strafvorderlijk optreden een ander dan de verdachte treffen, dient de vraag of zulks tot aansprakelijkheid van de overheid jegens de benadeelde leidt – op de grond dat deze gevolgen buiten het normale maatschappelijk risico of het normale bedrijfsrisico van de benadeelde vallen – te worden beantwoord met inachtneming van alle van belang zijnde omstandigheden van het geval. De afwijzing van aansprakelijkheid mag daarom niet worden gebaseerd op de enkele omstandigheid dat de benadeelde de levenspartner respectievelijk het inwonende kind van de verdachte is en een intieme band met hem heeft. (meer…)

Cassatieblog.nl