Hoge Raad 26 september 2025, ECLI:NL:HR:2025:1386 

Naar aanleiding van prejudiciële vragen van het hof Den Haag oordeelt de Hoge Raad dat werkgevers op grond van art. 7:611a lid 1 en 2 BW zijn gehouden om de Beroepsopleiding Advocatuur kosteloos aan te bieden aan hun advocaat-stagiairs. Deze bepalingen brengen volgens de Hoge Raad ook mee dat werkgevers de advocaten die bij hen in dienst zijn in staat moeten stellen de verplichte opleidingspunten te behalen en dat de kosten daarvan voor rekening van de werkgever komen. Jellis Jansen bespreekt de uitspraak in drie minuten.

 

Share This

Cassatieblog.nl